Maaien is machtig mooi man
Geplaatst op: 10 mei 2009 Hoort bij: Het Noorden 7 reacties
“Maaien is het verwijderen van het bovengrondse deel van een plant, handmatig met een zeis of machinaal met een maaimachine.” Aldus de Wikipedia.
Wanneer u thans in al uw stedelijke argeloosheid het Groninger platteland betreedt, zult u er versteld van staan hoeveel er gemaaid wordt. Zelfs de gemeentelijke bermen worden met instrumenten van velerlei aard en hoedanigheid verschrikkelijk te grazen genomen. Niet voor niets geldt het “Grasmaaien is mijn hobby” etcetera als de succesvolste Groningse reclameslogan aller tijden .
Dat de biodiversiteit geen dienst wordt bewezen met al dat gemaai en het variabele gezoem en gesnerp de buren bovendien horendol kan maken, schijnen geen punten van wezenlijke, of zelfs doorslaggevende overweging te zijn. Want voor de maaier zelf, zo stellen wij ons voor, is het maaien een genoeglijk karwei. Je ziet tenminste onmiddellijk resultaat van je werk.
Mogelijk zit er zelfs een meditatief momentje in dat massale gemaai. De maaier is de dood voor de halmen. Een maaier is als God.
Uitdrukkelijk of subliminaal doordrong hem de metafoor van Psalm 103:
“De mens zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind hem verzengt. De plek waar hij stond, kent hem niet meer.”
groninganus 
Wat een mooi nostalgisch plaatje, ik herinner me als de dag van gisteren hoe ik op de boerderij van een oom hielp met het maaien van haver, rogge en gras. Het was toppie als ik dan mocht mennen, maar het met de hand opbinden van de schoven gaf ook voldoening. En gespikkelde armen en benen van de harde uiteinden, als het warm weer was (meestal dus). Apetrots was ik als ik dan met twee wagens vol hooi of graan en de maaimachine er achter en oom’s ene paard (die van Ome Loeks was er niet bij) er voor tien kilometer naar huis mocht rijden, als 14-, 15-jarig knaapje.
@Niklas,
Het plaatje komt uit het ‘Wie wat waar jaarboek 1958’ dat ik gister bij een tweedehands boekenmarkt in de kerk van Den Horn op de kop tikte. Deze maaimachine gold indertijd als een modern landbouwwerktuig. Tegenwoordig zie je ze hier en daar nog wel voor schroot liggen.
En ook bijbelvertalingen zijn onderhevig aan verzengende wind. Psalm 103, vers 15 is”in oude vertalingen namelijk een vindplaats voor het wonderschone “bloeme des velds”, en constructie die in de NBV – onder geweeklaag der volkeren en grote knersing der tanden – is gesneuveld.
Maar de plek waar zij stond is niet vergeten.
Mijn vader heeft van een oude man leren zeisen. Een mooie bezigheid en bovendien vriendelijker voor het gehoor van je buren.
Maaien schijnt goed te zijn voor de biodiversiteit.
@Otto,
Dat geldt misschien voor weilanden, maar niet voor bermen.
De soortenrijkdom (vind ik toch mooier klinken dan biodiversiteit) wordt met maaien ook in bermen een prima dienst bewezen – zolang je het maaisel maar afvoert.
zie bijv.:
http://tinyurl.com/pyoyys