Gummiwaren. Niet goed, geld terug!
Geplaatst op: 27 januari 2013 Hoort bij: Stad toen 5 reactiesIk denk niet dat veel jongeren deze advertentie uit 1942 meteen zullen doorgronden en het is dat mij nog een verhaal bijstond van Jaap van Nieveld, die in de buurt van deze onderneming opgroeide, anders had ik er ook niet zo gauw bij stilgestaan. Met de “hygiënische artikelen” en “gummiwaren” bedoelde de adverteerder vooral condooms, ook wel kapotjes of sluifjes geheten, maar dergelijke rechtstreekse benamingen gaven absoluut nog geen pas in de krant (in dit geval het Nieuwsblad van het Noorden), vandaar de versluiering.
Hoe verhullend het taalgebruik ook was, ik denk niet dat een christelijke, laat staan katholieke krant een dergelijke advertentie opnam. Toen ik in de krantenbank van de KB echter de behoorlijk onderscheidende combinatie Salamander + Elleboog door de kolommen van het NvhN haalde, kwamen er van 1927 tot en met 1976 maar liefst 3662 meldingen tevoorschijn.
Het Nieuwsblad had dus best een goeie klant aan De Salamander. Vooral in de jaren rond 1930 was dat het geval, toen De Salamander bijna dagelijks in deze krant adverteerde. Naderhand nam de frequentie zienderogen af tot hooguit enkele tientalen keren per jaar rond 1940, waarna er van 1943 tot 1946 helemaal niet meer geadverteerd werd en van 1946 tot 1974 weer hooguit eenmaal per week. De enorme afname tot de oorlog en de bescheiden frequenties sindsdien zullen samenhangen met de inmiddels opgebouwde naamsbekendheid. De eigenaar van De Salamander vond het minder nodig om nog aan de weg te timmeren.
Wat me ook frappeerde, is dat de zaak al zo oud was. De Salamander vestigde zich begin november 1927 op het adres Grote Kromme Elleboog 22. In eerste instantie leek er sprake van een soort Groene Kruis- of zorgdepot:
Bij een wat breder uitmeten van het assortiment, een anderhalve week later, was er echter sprake van “vrouwendouches” en “bustepillen”, zodat het volwassen publiek al een enigszins beter begrip van de handel kon krijgen:
Eind 1927 adverteerde De Salamander met middelen tegen “geheime ziekten”, nader gespecificeerd als “urinekwalen” en “vrouwenziekten”, waarbij het een groot deel van de lezers toch echt duidelijk geweest moet zijn, dat de adverteerder geslachtsziekten bedoelde:
Van het verhaal van Jaap van Nieveld wist ik nog, dat er in de buurt nog enige prostitutie bestond, waar De Salamander zijn klandizie voornamelijk aan dankte. Neemt niet weg dat de advertenties pas na verloop van tijd de core business noemden. Deze is uit 1932:
Sprak de eigenaar hier heren aan, hij had wel degelijk ook dames op het oog (1935):
De Salamander ging in de oorlog met een telefoonnummer adverteren. Na de oorlog veranderde dat nummer en zal een andere eigenaar op gekomen zijn. Iemand die het, afgaande op dat nummer, tientallen jaren heeft volgehouden. Hij legde er tot diep in de jaren zestig de nadruk op, dat het kopen van gummiwaren een zaak van goed vertrouwen was. Een voorbeeldje uit 1952:
Ook bracht hij de inmiddels opgebouwde goodwill van De Salamander in stelling. De gummiwaren moesten indertijd nog van onze verre bondgenoot komen (1954):
De eigenaar deed medio jaren zestig een poging om ’t vertrouwen nog een impuls te geven, door te vermelden dat al zijn gummiwaren electronisch waren getest:
In maart 1967 verscheen in de advertenties een tekeningetje van het ideale gezin met, naast pa en moe, een jongen en een meisje (de zogenaamde rijkeluiswens). Tegelijkertijd werd het woordje vertrouwen weggelaten:
Het doel van de gummiwaren verschoof hiermee van voorkoming van geslachtsziekten naar geboortebeperking, zoals in 1970 uitdrukkelijk bleek:
Kortom, er verdween een taboe. Ook ‘gewone mensen’ gingen condooms gebruiken. Maar omdat de gummiwaren – inmiddels tevens van Europese makelij – wat betreft de nieuwe focus een grote concurrentie ondervonden van de anti-conceptiepil etc., en ze onderhand trouwens ook gewoon boven de toonbank te koop waren bij de erkende drogisterij en uit automaten, ging het bergafwaarts met De Salamander.
Eind 1974 kreeg de zaak weer een nieuw telefoonnummer. Ze werd omgevormd tot een “sex-boutiek” eerst, naderhand een “sexfilmclub” met parenavonden (1975) en uiteindelijk een “strikt besloten huis” (1976). Dat bordeel kreeg, mogelijk vanwege de ongewenste associaties die de term salamander gaf, weliswaar een andere naam – Club Pussy Cat – maar die sloot in 1978 de deur. De inmiddels gevestigde horeca-functie bleef echter berusten op het adres, waar sindsdien respectievelijk café-chantant De Babbelaar (1978-1979), bar The Wish (1980-1982), het kunstenaarscafé De Verbeelding (1983-1987) en café Mulder (1987?-nu) hebben gezeten.
als een wat oudere man, weer wat geleert, pracht verhaal
Lachs’tie dood! Ik lig nog in kronkels….. Prachtig!
Bedankt Harry, you made my day!
( onverwachte woordspeling 🙂
Zo leer ik ook es wat over mijn voormalige werkplek Café Mulder. Leuk om te weten!
Je vergeet “regenjasjes” (veroorzaakte nogal wat gegiechel nadat Paul van Vliet een zeker persoon een regenjas aanbood) en in Hoogkerk werden ze ook wel “Heeneman” genoemd, weliswaar een rubberfabriek destijds, maar dan van heel andere aard. In Eelde gnuifde men in de WWII omdat gezinnetjes met maar 2 kinderen voor de oorlog, met een ruime afstand tussen de geboortedata, opeens elk jaar een kind kregen. Dat kwam omdat “van onder de toonbank” niet meer beschikbaar was, zei men. Mij is gebleken, dat men duidelijk geen waardering had voor deze manier van geboortebeperking, men zag alleen het “konijnengedrag”. Tja, als de mannen wat borreltjes verorberd hadden bij de nazit van een toneeluitvoering, ving je als tiener veel op dat vuurrode wangen veroorzaakte en een onbehagelijk gevoel. Er ging zelfs een verhaal dat een dame met lange nagels bij het wassen! het gummi beschadigd had, zij kreeg geen geld terug, je kon dus blijkbaar met ongebruikte waar met een dunne plek er in, teruggaan en geld terugkrijgen.
Wat een prachtige benaming is het woord ‘sluif’, nog niet eerder van gehoord