‘Wien Groningsch bloed door de ad’ren vloeit’
Geplaatst op: 2 februari 2013 Hoort bij: Stad toen 2 reactiesAls in 1891 de Groninger veemarkt naar buiten de voormalige stadswallen verhuist, vinden bewoners van de Ossenmarkt het langzamerhand tijd worden dat hun plein een andere naam krijgt, een die recht doet aan hun eigen prestige en tevens elke herinnering aan koeienstront uitbant. Het Wilhelminaplein, zo luidt hun voorstel.
Het stadsbestuur leest het adres van de Ossemarkt-bewoners met een welwillend oog, en neemt hun voorstel zelfs over. Maar er is ook oppositie, want het studentengenootschap ‘Groningana’ stuurt de raad een tegen-adres. En uiteindelijk blijken de tegenstanders een grote meerderheid van de gemeenteraad op hun hand te hebben. Onder aanvoering van archivaris J.A. Feith ziet die de zin van de naamsverandering niet in. Daarom laat het college van B&W de voordracht vallen en houdt de Ossenmarkt haar eeuwenoude naam.
Mogelijk werd in de besluitvorming ook een rol gespeeld door een amusant vers, dat ruim een week voor de raadsbehandeling in de Nieuwe Groninger Courant stond, en dat door andere kranten was overgenomen. De auteur ervan noemde zich X, wellicht ging het om een lid van ‘Groningana’. In dit ingezonden stuk op rijm, herinnerde X aan andere oude en karakteristieke buurt- en straatnamen van Groningen die al teloor waren gegaan, zoals het Oude Bosch, de Lammehuiningestraat, (A-kerkstraat) en het Woerdje (Folkingedwarsstraat). Als de naam Ossenmarkt nou ook nog eens verdween, dan was het hek van de dam en verdwenen er nog veel meer oude namen, zo vreesde X. Alleen aan de naam Carolieweg mochten de heren zich wat hem betreft wel vergrijpen, als ze die dan tenminste op zijn middeleeuws weer Kerelsweg zouden gaan noemen.
Hier is dan het vers van X, dat gezongen kon worden op de wijs van het toenmalige Nederlandse volkslied:
“Wien Groningsch bloed door de ad’ren vloeit
(‘t Zij dan met vreemd er bij)
Wiens hart voor koek en molboon gloeit,
Verhef den zang als wij;
Hij stell’ met ons, vereend van zin,
Als diepbedroefden saam,
Het somber klaag- en smeeklied in:
„Laat de Ossemarkt haar naam!”O Raad, bescherm, bewaak dien grond;
Dat niet de naam verdwijn;
Der plaats waar ’t vette beestje stond,
Welks graf de maag zou zijn;
Wij smeeken van Uw wijsheid, ziet,
Denkt aan uw jongenstijd,
Ontroof ons „’t Ossemarkt” nu niet,
Straks raken we alles kwijt.Het Oude Bosch, de Spinhuisstraat, de Hanebijtersgang,
’t Lemuuntje en het Woerdje, o Raad!
Wèg zijn ze sedert lang;
„Weg Ossemarkt”, klinkt nu ’t gemor,
„Weg Papengang!” weldra,
O Dolhuisgang, o Kleine Snor!
Straks komt men u te na.„Stoeldraaijer — bah! dat klinkt gemeen,
Niet minder „’t Koude Gat”
En daar toch al de visch verdween,
Raakt men „de Vischmarkt” zat,
Het Kreupeltje, het Lutjenij, De Laan, de Nieuwe Weg,
Verouderd saam, herdoop ze vrij;
„Dat is goed overleg.”O Raad, weet gij bij slapte, zeg!
Soms met uw tijd geen raad?
Noem dan „de Croolie” Kerelsweg,
Dan geeft uw doopen baat;
Wïen Groningsch bloed door de ad’ren vloeit,
(‘t Zij dan met vreemd er bij)
Is dan voor u in dank ontgloeid
En roemt u, zooals wij.”X
6 Nov. ’95
Leve de studenten, en X natuurlijk!
Kermis op het Wilhelminaplein klinkt ook lang niet zo gezellig als kermis op het Ossenplein! Elke verandering is geen verbetering, denk maar aan de tussen-n. Als ik een bes stukbijt voor die geheel in mijn mond is verdwenen, krijg ik het sap van één bes op mijn kleding en is dat een bessesapvlek, maar van de taaltirannen moet ik er dan nog één stuk bijten, zij willen tenminste dat ik een besseNsapvlek op mijn kleding heb, als in besseN-meervoud. Nog gekker wordt het als ik de ollerwetse pankouk wil eten in het Nederlands. Dan moet ik mijn aan één kant gaar gebakken deeg blijkbaar met de ongebakken kant naar beneden in een gereedstaande tweede pan deponeren, want de taaltirannen wensen dat ik panneNkoek eet. Die pannen op zich zijn echter ook al een probleem, ik mag daar van dezelfde taaltirannen (oh sorry, het waren deskundigen) niet één koek in bakken, het moeten er meerdere zijn, die pannen heten per stuk namelijk nu koekeNpan. Daarom zeg ik: alle verandering is geen verbetering en “ik ben een stiefkop, vanof het begun van de nije spelling eet ik alleen moar meer pankouk, dat Nederlandse spul komp er bij mij nait meer in.” Bij ruggeNgraat krijg ik sombere beelden van een Siamese tweeling ,met twee van die ruggewerveldingen in 1 lichaam. Ben trouwens nog steeds op zoek naar de tekst van het Hoogkerker lied, beginnend met: Hoogkerk is bekend om zien sukerfabriek.