Weer thuis, maar niet lang: Willem Snater, oorlogsburgemeester van Nieuweschans
Geplaatst op: 12 januari 2018 Hoort bij: Geschiedenis Een reactie plaatsen
De installatie van Willem Snater als burgemeester van Nieuweschans Nieuwsblad van het Noorden 5.10.1942..
Het verhaal van Peter Rehwinkel, die naar Groningen terugkeerde voor zijn droombaan, het burgemeesterschap van de Stad, ligt nog vers in het geheugen. En ook, hoe die droombaan uitliep op een nachtmerrieachtig fiasco.
Een dergelijk scenario heeft zich wel vaker voltrokken aan iemand die vanuit ‘den vreemde’ terugkeerde naar Groningerland om daar burgemeester te worden. Zo zit bij de onlangs openbaar geworden sollicitatiedossiers dat van Willem Snater (1904-1974), die in de oorlog burgemeester was van Nieuweschans.
Deze Willem was de zoon van de Jan Snater die na een periode als ambtenaar in Friesland en als gemeentesecretaris van Nieuwolda in 1919 burgemeester werd van Oude Pekela. Zoon Willem doorliep de HBS in Winschoten, ging vervolgens een poos naar de Zeevaartschool, en kwam via de gemeentesecretarie van Oude Pekela, waar hij een opleiding kreeg, terecht als ambtenaar op de secretarie van Grouw, waar hij naderhand een meisje uit Oude Pekela zou trouwen.
Daar in Grouw, de hoofdplaats van de gemeente Idaarderadeel, werd hij lid van de Liberale Staatspartij. Meermalen solliciteerde hij op een burgemeesterschap in Groningerland, zoals in 1932 te Termunten, in 1933 te Marum en in 1939 in Eenrum. Daarbij deed zijn vader een goed woordje voor hem. Dat deed in 1942, bij de vacature in Nieuweschans, ook de burgemeester van Idaarderadeel, die schreef:
“Het is van den beginne af steeds zijn bedoeling geweest te trachten een burgemeestersbetrekking te verkrijgen in de provincie Groningen. Hoewel hij zich in Friesland zeer wel thuis gevoelt, is hij toch in zijn hart een Groninger.”
Volgens zijn Friese chef had Snater, die inmiddels kommies en plaatsvervangend hoofd van de luchtbescherming te Grouw was, voldoende capaciteiten om zijn ambtgenoot in Nieuweschans te worden. En inderdaad werd Snater daar per 16 september 1942 benoemd.
Bij zijn installatie, op 2 oktober, dankte Snater “alle autoriteiten” die zijn benoeming bevorderden. Hij memoreerde dat het burgemeesterambt hem niet helemaal vreemd was, omdat hij dat van huis uit al kende…
“Overigens ben ik een Groninger en ik heb mijn jeugd op het Groninger platteland doorgebracht, zoodat na een verblijf van bijna 15 jaren in Friesland, mij het leven hier in Nieuweschans niet vreemd aandoet; integendeel, ik heb het gevoel, dat ik na een lange reis weer thuisgekomen ben.”
Voor de onmiddellijke toekomst deed Snater een “ernstig beroep” op de Nieuweschanskers hun gemeente niet tegen te werken, “zich te onthouden van elke handeling die de gemeente Nieuweschans en haar ingezetenen schade en narigheid zou kunnen berokkenen” en zich
“daadwerkelijk in te zetten bij het oplossen van de vraagstukken, waarvoor wij thans als gevolg van de gewijzigde omstandigheden geplaatst worden. De staatkundige vraagstukken kunnen hierbij gevoegelijk buiten beschouwing blijven, omdat deze toch niet in Nïeuweschans worden beslist.”
Hierbij moet men zich realiseren dat àndere burgemeesters op dat moment al in gijzelaarskampen zaten. Bij de door Snater uitgesproken intenties verbaast het niet dat diens profiel uiterst kleurloos was tijdens de rest van de oorlogsjaren. Zijn naam bleef uit de kranten, maar mogelijk stelde hij zich achter de schermen toch wat al te volgzaam op jegens de bezetter. In augustus 1945 werd hij op non-actief gesteld en in 1946 ontslagen. Hij bleef niet in zijn geliefde provincie Groningen wonen en verhuisde naar Zeist, waar hij in 1974 overleed.
Recente reacties