Naar de bollen bij de Ennemaborg
Geplaatst op: 10 februari 2019 Hoort bij: Geschiedenis, Ommelanden, Taal 5 reactiesDit is MIDWOLDA, ziet daar gintzen staat de kerk,
En hier de hofstee van den raadsheerlyken HORA,
O cierlyk bloemhof daar de Goddelyke flora!
Godts wysheit meine ik, uit een rei van bloemen straaldt,
O aardsche regenboog, die met meer kleuren praaldt!
Als ’s hemels boog; hoe brandt de gloeyende ranonkel
By Persische Yrias, elk krokus een karbonkel
Vertoont als peers en blauw en wit en helder geel,
Wyl purperen narcis hier sluimerd op zyn steel;
De schoone tulpen ook hun vlammig hooft ontluiken
Terwyl de geurge roos op haare scherpe struiken
Te pronk staat. Ziet hier lis dat ’s hemels booge afmaalt,
Ook bloem van eenen dag ver uit Peru gehaaldt;
Den schoonen hyacinth, en geurige filetten,
En witte lelyen, gezicht en reuk hier wetten,
De bloeme van damast, de roode martagom,
Annemos en fiool, de wondre passiblom,
Den Raadsheer met haar kleur en zoeten reuk verblyden,
Zyn oogen feest aandoen, en ’s Heeren handt belyden;
Ja d’alderkleinste bloem in zynen ryken hof,
Op haare blaadtjes voerdt des grooten Scheppers lof.
Bronnen: Het poeem komt uit Quintyn Pabus, Lof der Stadt Groningen (1741) 14; de tekening van Ennema (1772, door mij bewerkt) uit de collectie van RHC Groninger Archieven: 818-9953.
In Fryslân noemen we dat stinzenflora, hebben jullie daar ook een benaming voor?
Stinzenflora: https://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=DVHN-20040304-GN01011010&vw=org&lm=ennemaborg%2Cstinzenflora 🙂
Börgbloumkes toch?
Dat is volgens mij neo-Gronings. 🙂 Het woord staat althans niet in de Groninger woordenboeken van Molema, Ter Laan en Reker.
Hele mooie vondst