Opkomst en ondergang van Dikke Trui
Geplaatst op: 13 oktober 2019 Hoort bij: Stad toen Een reactie plaatsenOp de Dag van de Groninger Geschiedenis werd gister een beeld opgeroepen van het eerste vrouwencafé in Groningen, zoals dat tussen 1979 en 1982 bestond. In die periode veranderde de doelgroep nogal, net als het muziekaanbod. Hier mijn verhaal voor de programmakrant.
De Dikke Trui, het allereerste vrouwencafé van de stad Groningen, had regelmatig last van ongewenst mannenbezoek. Zo trok een man in oktober 1979 een mes en beroofde vier bezoeksters omdat hij geen pilsje kreeg. Twee maanden later herhaalde zich dit, waarbij dezelfde dader opnieuw honderden guldens buitmaakte. Begin ’80 pleegde een andere man bovendien vernielingen in het café. De vrouwen hielden hem vast, maar hij ontkwam dwars door het raam. In oktober ‘80 stopte de politie nog zo’n bezoek. “De agressie van mannen is in de afgelopen jaren nauwelijks veranderd, aldus een Trui-medewerkster in mei ’81: “Als het volle maan is, dan lijkt het weer toe te nemen”.
Het vrouwencafé was juist opgericht, omdat vrouwen niet rustig in een café konden zitten zonder mannelijke opdringerigheid. Weliswaar bestond er vanaf 1975 een Vrouwenhuis in Groningen, maar dat was meer sociaal-politiek gericht en bood geen ruimte voor ontspanning en cultuur. Daarom hielden twaalf vrouwen – vooral babyboomers, werkzaam in onderwijs en kunst – in augustus ’77 een brainstormweekend op Schiermonnikoog, waar de naam ‘Vrouwen van Trui’ ontstond.
Na enige mislukte pogingen om een café te beginnen, leek de animo weg, tot zich in augustus ‘78 een andere initiatiefgroep aandiende met een plan voor een vrouwenboekhandel. Beide groepen besloten samen te gaan werken aan een vrouwencultuurcentrum. Hun stichting ‘Vrouwen van Trui’ kreeg weldra statuten met als drieledige doelstelling:
- Een ontmoetingsplaats bieden voor alle vrouwen;
- Het bevorderen van de emancipatie van de vrouw;
- Het bevorderen van vrouwencultuur.
Leestafel met vrouwenbladen
Zowel het vrouwencafé als de -boekhandel ging, vooruitlopend op dat veel bredere cultuurcentrum, ‘De Dikke Trui’ heten. Het was echter de boekhandel die als eerste een pand kreeg: begin maart 1979 opende deze aan de Visserstraat. Bijna drie maanden later, op 28 mei, ging het café los in het pand Oude Ebbingestraat 82, dat al eerder verbouwd was door de eigenaar, de Hengelosche Bierbrouwerij (Stella Artois), tevens leverancier van het bier. De Vrouwen van Trui pachtten dit pand, dat boven een expositieruimte en crèche kreeg, terwijl de benedenverdieping ingericht werd met een bar, dansvloer, zithoek, flipperkast en leestafel met vrouwenbladen.
Vrijwilligers, uiteindelijk zo’n 150, runden café Dikke Trui. Er waren werkgroepen voor alle voorkomende klussen en iedereen kreeg evenveel zeggenschap in de medewerkersraad die het laatste woord had. Alleen in zeer urgente gevallen kon een kleine coördinatiecommissie iets besluiten, maar dat gebeurde zelden.
Zoals gezegd vormde het café een opstap naar een breed vrouwencultuurcentrum en dat was in de feestweek na de stampvolle opening al goed te merken met optredens van clowns, een vrouwenband en een huisvrouwenorkest. Ook later waren de activiteiten in De Dikke Trui deels sociaal-cultureel van aard, met kindermiddagen, klaverjasavonden en open podia. Terwijl er aanvankelijk nog stijldansavonden plaatsvonden, werden dat in ’80 en ’81 echter swingavonden met onder andere new wavemuziek.
Een ander publiek
De expositieruimte boven was geen lang leven beschoren. Binnen een jaar na de opening verhuisde de beeldende kunst naar boekhandel Trui, die wel mannen toeliet. Van het café waren vooral de literaire activiteiten spraakmakend. Zo traden in ’80 en ’81 bekende feministische auteurs als Hannes Meinkema, Andreas Burnier en Elly de Waard op in De Dikke Trui, met een gehoor van zo’n 150 vrouwen. Voor grootschalig theater was de ruimte ongeschikt, maar er waren wel kleine projecten, bijvoorbeeld over “de lusten en lasten van het vrouwenlijf”. Bovendien vertoonde Trui regelmatig “roldoorbrekende” films. De ontwikkeling die het vrouwencafé doormaakte, is echter het best af te lezen aan de muziekoptredens. Aanvankelijk vallen nog klassieke ensembles en koren met strijdliederen op, terwijl in ’80- en ’81 meidenformaties als Vendetta, The Real Insects en The Bitch Band in het oog lopen met hun semi-punk en new wave.
Met het muziekaanbod veranderde ook het publiek van Dikke Trui. Volgens de statuten moest ze een ontmoetingsplaats zijn “voor alle vrouwen”, maar de praktijk week hier gaandeweg van af. In ‘80, ’81 hielden ettelijke vrouwen van het eerste uur het café voor gezien. De babyboomsters maakten zogezegd plaats voor een wat jongere, ‘verloren generatie’. Voor de buitenwacht ging het om “lesbische, geëmancipeerde wijven” en “mannenhaatsters”, iets wat Dikke Trui zelf in de pers ontkende, maar toch ook intern als verwijt klonk. Sommige medewerksters stoorden zich aan de vaste, anarcho-feministische kern die andere vrouwen zou afstoten – deze werd deze ook wel “de New Wave groep” genoemd, met als kenmerken: “kort, geverfd haar, alles zwart, grote oorbellen, grote bek en last but not least, new wave muziek”.
Bij het bovendrijven van deze bezoekstersgroep, kwamen er ook klachten over verruwde omgangsvormen. Bovendien zou Trui minder vrouwen trekken. Aan de omzet was dat echter niet merkbaar. Dat het café per 1 januari 1982 dichtging, lag dan ook niet aan het veranderende publiek, maar aan de brouwer.
Vier fusten per week
Volgens het pachtcontract uit mei ’79 moest Dikke Trui jaarlijks 100 hectoliter bier moest afnemen, zo’n 4 standaardfusten per week. Een een geringere bierafname gold als ontbindende voorwaarde. Alleen dronken de bezoeksters van Trui veel liever wijn en sterkedrank dan bier. Nadat de Keuringsdienst van Waren al eens teveel schimmels in een monster tapbier aantrof, constateerde de brouwerij in maart ‘81 dat Dikke Trui in een jaar tijd slechts 62 hectoliter bier afnam:
U zult begrijpen dat wij thans gerechtigd zijn de huur op te zeggen, hetgeen wij hierbij doen en wel met onmiddellijke ingang.
Dikke Trui wist haar bestaan nog wel te rekken, maar bouwde haar activiteiten af en zocht onderwijl naar een andere locatie. Die bleek nog niet gevonden toen op 1 januari ’82 zo’n 200 vrouwen het afscheidsfeest bijwoonden. In april maakte de harde kern een doorstart in het gekraakte Oude Politiebureau, in een nieuw vrouwencafé: ‘De Del’.
Na het vertrek van Dikke Trui werd het pand weer een gewoon café. De nu mannelijke klandizie trapte in het Nieuwsblad nog even na en hekelde de buitensluiting van mannen. “Dit was vroeger een feministisch café, zo’n enge club”, lichtte er een toe: “Maar als je ziet wat er boven op de wc geschreven staat, dan kunnen ze er toch niet zonder.”
—
Bronnen: dit artikel is vooral gebaseerd op Nieuwsblad-artikelen en archiefstukken van De Dikke Trui, vooral inv.nr. 142: correspondentie.
Recente reacties