Rondje Eelde
Geplaatst op: 27 april 2020 Hoort bij: Uncategorized 8 reactiesOp het stuk Onlanden dat vroeger de Peizermaden heette, staat opeens een heilige van cortenstaal in een vierschaar van palen met schrikdraad. Nul informatie erbij:
Het laatste eindje Helmerdijk bij de boerderij van Natuurmonumenten:
Ontluikend beukeblad met op de achtergrond de schuur bij die boerderij:
Mandelandenweg:
Legroweg – voormalig tolhuisje (?) in de beschutting van monumentale eiken:
Polder Lappenvoort:
Bij het begin van de Hoornsedijk graasde dit gemaskerde paard:
Hoornsedijk vanaf de Rollematen:
Een eindje verder een eend en haar jongen, onaangedaan door de passanten siësta houdend pas naast weg:
De pulletjes waren verdeeld in twee kluitjes. Dit is het ene:
En dit het andere:
Tulpen op de wal bij de Bolle Domus:
Geen heilige maar monnik. Monniken zouden hierlangs eertijds van Aduard naar Vries zijn gelopen en ze (Er zijn of komen er meer) wijzen je de weg naar de uitkijktoren. Lees ik hier: https://buroniv.nl/projecten/1441/uitkijktoren-het-beeld-in-de-onlanden
Komen we even op de veel-bekibbelde oorsprong kwestie Paterswolde v. Potterwolde . De eerste heeft mijn stem via de Paters van Aduard die er grond bezaten ( wolden, lage moerassige landen), en het vandaar de uiteindelijke naam heeft gekregen. Hier tegenover de Potter familie waarvan een paar ooit burgemeester van Groningen zijn geweest en deel van de meerdere notable grondbezitters werden gerekend.
Altijd gedacht dat er taalverwantschap was met ‘petten’ bv. Saiter Petten bij Grouw. K.ter Laan noemt ‘petgoatn’ = gegraven gaten. inzonderheid veenplas (Gorecht, Marne) ook ‘baggelgat’.
Voor zover ik weet, is het Paterswoldse meer de producent geweest van baggerturf en daartoe uitgegraven, waarbij de eilandjes dienden als leg-akkers (drogen). Overeenkomst met het ontstaan van het Friese Veen (Vennebroek) tegenover het Paterwoldse meer.
Over de naam Paterswolde zie Wikipedia met samenvatting GVA-artikelen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Paterswolde#De_naam_Paterswolde
Dat er paters rondliepen is dus onwaarschijnlijk, maar dat de fam. Potter hier grond had is evenmin bewezen.
Mijn info was eerstens persoonlijk en later uit het boekje
‘op weg door eelde-paterswolde-eelderwolde’ ( ja, alles zonder hoofdletters) van destijds-buur Jan Pelleboer en Albert Odding. Ik denk dat info ook te verkrijgen is door contact op te nemen met de Stichting Ol Eel. ( en toch noemen we onszelf
‘Potjewollers’ 🙂 )
Het is een verleidelijke en bekende ‘instinker’ dat sommigen een naam trachten te verklaren vanuit een huidige spelling, en dan gaat men hier denken aan / fantaseren over paters. De oudst bekende vermelding is echter 1408 Potterwolt. Het meest recente naamkundige werk (Van Berkel en Samplonius, 2018) stelt hierover: “betekent bij het wold ‘moerasbos, zompig bos’ van de persoon Potter. De vorm met Pater (die vanaf 1634 voorkomt) is in aanleuning aan pater ‘geestelijke’.”
Reactie op Aargh (die niet genest werd):
Tja, hier is een kunstproject voor de zoveelste keer dikkeduimerig aan de haal gegaan met geschiedenis. De onlanden van de Peizer maden waren van oktober tot diep in mei onbegaanbaar, dan stond er geregeld een laag water, dat er kwam vanuit de pnbedijkte beken Eelderdiep en Gouwe. De landwegen die er waren – langs het Eelderdiep en wat nu de Groningerweg is, waren dan ook zomerwegen, alleen begaanbaar van juni tot en met september. Als je echt droge voeten wilde houden als Aduarder monnik, dan ging je eerst naar het refugium in de stad, om van daaruit langs de veel hogere, drogere en begaanbaardere Hereweg naar Vries te gaan. Dat ging volgens mij ook nog sneller omdat je dan niet wegzakte in de drab.
– Het huisje is inderdaad een voormalig tolhuisje. Op kaarten van rond 1900 staat ‘Tol’, begin 20e eeuw zelfs ‘Tollen’. Het blijkt zelfs een rijksmonument: https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/14490.
– De prachtige witte molen, die ook Witte Molen heet, is in topografisch opzicht een gedrocht; hij staat nét niet in de Lappenpolder maar in de aan de overkant van het kanaal gelegen Glimmermade, en bemaalt de Glimmerpolder https://www.molendatabase.nl/nederland/molen.php?nummer=326, maar ligt voor de post nog net in een uithoek van het dorpsgebied van Haren. Idioterie. Hij hoort natuurlijk cultuiurhistorisch, geografisch en gevoelsmatig tot Glimmen, raar dat ze het voor de post niet tot dat grondgebied hebben gerekend. Ik heb hem op mijn pagina van Glimmen beschreven; de post kan de pot op!