Meidoorns bij de Wolddijk

Bij de ree of opgang naar het bezoekerscentrum van Het Groninger Landschap, waar volgende maand weer een Hunzefestival is, vormen de meidoorns een ononderbroken rij. Ik kwam er ’s ochtends wat vroeg langs, maar ’s middags moet er met warm weer een bedwelmende geur hangen:

Zowel hier als verderop aan de Wolddijk, waar de meidoorndichtheid veel minder groot is, staan ook roze exemplaren:

Stukkie dichterbij:

Niet alle bermbeheerders zijn er even verzot op. Aan het Noordwoldiger stuk van de Wolddijk staat een exemplaar waarvan minstens acht takken van de onderstam zijn verwijderd. Hier is de wufte geur als het ware van de straat weggehaald.


Van Nieuw Statenzijl naar Stad

‘Waaibie’, tuimelaar op de dijk bij Nieuw Statenzijl:

Bij de zijl is er tegenwoordig een koffietentje, ‘Bakje Doen‘. De eigenaar doet ook in kunst. Een bezoeker en zijn kooikershondje keuren hier het portret van een jonge wetterhoun:

Kopie naar het bekende werk ‘Na het bezoek‘ van Ploeg-schilder Jan Altink, dat het uitgeleide doen van een bezoeker op een boerderij in beeld bracht:

De spijsolienood van vorig jaar indachtig, zou je heel veel bloeiend koolzaad in de Dollardpolders verwachten. Dat viel tegen. Bij Nieuwolda-Oost waren wat percelen met een dun beschot, verder alleen blakend en pralend geel bij Noordbroek en, zoals hieronder, in de Reiderwolderpolder, waar de lucht ook bezwangerd was van de honinggeur:

Kostverloren, de buurtschap onder Finsterwolde. In de voortuin links een Fiat uit de jaren 60:

Voorhuis van een boerderij of rentenierswoning, in de Champagnejaren (1860-1878) gebouwd aan de Hoofdweg noordzijde in Finsterwolde:

Exotische eendvogel bekijkt elke voorbijganger met argusogen vanuit zijn slingertuin aan de zuidzijde:

Eveneens aan de Hoofdweg zz. deze rij gekandelaberde bomen:

Waarschijnlijk omdat weggehaalde bomen het eerder aan mijn zicht onttrokken, zag ik niet eerder dit snijraam in een bovenlicht aan de Goldhoorn, westkant Finsterwolde. De naam die het streekje hier sinds de Middeleeuwen draagt, is vertaald in een gouden posthoorn:

Aan de westkant van Scheemda staan deze nieuwbouwwoningen, waarvan de architectuur ontleend is aan een Amsterdamse schooltype uit de jaren dertig. Eerder waren zulke panden onverdeeld, maar deze hier herbergen twee woningen onder de mandelige kap:

Scharrelende fazantenhen bij Stootshorn:

Achterdiep, Sappemeer:


Allerlei uit Groninger kerken in de A-kerk

In de Stad-Groninger A-kerk is er momenteel een tentoonstelling waarin de stichting Oude Groninger Kerken allerlei liturgische èn triviale voorwerpen uit de kerken in haar bezit samenbracht. Heb er gistermiddag eindelijk even rondgekeken.

Romaans doopvont (basalt, ca. 1000-1100) uit de kerk van Eenrum – kinderen werden er in hun geheel ondergedompeld, volwassenen konden hurkend nog net kopje onder. In de negentiende eeuw, lang nadat dit overstelpende dopen uit de mode raakte, gebruikte een lokale aannemer de vont nog langdurig als kalkbak:

Rouwbord uit de kerk van Midwolde van Georg Wilhelm van Inn und Knyphausen, in 1709 gemaakt door Allert Meijer en Jan de Rijk:

De staande engeltjes links en rechts van het wapenschild vond ik mooi, vooral ’t rechter, dat bij alle treurnis het waken zowat vergeet en een beetje lijkt weg te dommelen:

Maar ook zo’n gekroonde leeuw mag er zijn:

Deze ‘barve‘ vertegenwoordigt wat minder hoge cultuur. Een dergelijke draagbaar kon, zoals je ziet, door twee tot acht mannen worden gedragen. Op de ochtend van een begrafenis haalden de directe buurmannen van een overledene hem uit de kerk op, om de doodskist met het stoffelijk overschot vanuit huis naar de kerk of het kerkhof te kunnen dragen. Na de uitvaart ging deze collectieve voorziening dan weer terug naar haar plek in de kerk:

Houten crucifix in reliëf, in de jaren 1970 gemaakt door J.A.R. van Bruggen voor de kerk van Westernieland:

Regiment avondmaalsbekertjes. Oorspronkelijk waren er collectieve bekers, maar vanwege de hygiëne werden die eind negentiende, begin twintigste eeuw op veel plaatsen vervangen door kleintjes:

Het avondmaalszilver staat in de kerkvoogdenkamer, waarin zich ook nog steeds een rococo-schouw uit 1778 bevindt, met deze driemaster:

Ongedateerde gesneden manskop, afkomstig uit een koorafscheidingshek in de kerk van Loppersum:

Fragment van een orgelluik uit de kerk van Tinallinge (1557):

Met een kattekop:

De Kolhamster windhaan (van smeedijzer en koper) uit het midden van de zeventiende eeuw:

Trotseerloodje van de Groninger leidekker en loodgieter Krook. Het komt uit de kerk van Beerta. waarvan op een zondag in augustus 1783 het kerkdak instortte. Blijkbaar was Krook betrokken bij de reparatie en nieuwbouw. Zijn trotseerloodjes zijn ook gevonden in naburige kerken, zoals die van Oostwold:

Op de tentoonstelling staat ook een groepje armblokken – houten, met veel ijzer beslagen kluizen waarin diaconieën hun collecte-opbrengsten tijdelijk, tot een moment van telling, bewaarden. Eén exemplaar was in 1840 met een soort van geboorde stiptechniek voorzien van tekst en jaartal:

Zovaak kom ik niet in de A-kerk, dus de gelegenheid ook benut voor het bekijken van grafstenen. Zo bleek er eentje voorzien van een hert dat uit een schetsmatig weergegeven bos tevoorschijn springt – de afgesleten voorstelling had zo op een houtsnede uit het Interbellum kunnen staan:

Tot slot nog de zerk van Seerp Bandsma, een boekdrukker die in de jaren 1710-1730 diverse stichtelijke werkjes, maar ook pamfletten produceerde:


Rondje Stedum

Recent bouwsel van Terra, een groene mbo, op het terrein van de voormalige Groningse suikerfabriek, gezien vanaf het Hegepad tussen Hoogkerk en Stad:

Contrast puntdaakjes en platte flat, eind Damsterdiep nabij de Oostersluis:

Fraaie ree of oprijlaan met populieren bij boerderij aan de Bovenriege, bij Ten Boer:

Het bouwbord bij de stoere PKN-kerk van Stedum zet op het verkeerde been. Met Calvikerk wordt hier niet gedoeld op de lokale gereformeerde of calvinistische bondsgemeente, maar op een inspectiemethode voor monumenten in het aardbevingsgebied. De oplevering van de versterkingsoperatie is in dit geval in december.

Tegenover de kerk dit dichtgespijkerde, maar kleurrijke pand:

Heemweg, oostkant Westerwijtwerd:

Windvaan met paard en tentwagen en koetsier, ook bij die weg:

Bij de kerk van Westerwijtwerd:

Het dorpskroegje bij de brug was nog dicht tot Koningsdag. De Amsterdammers die het vorig jaar overnamen, gaven het de naam Trankiel (Gronings voor bedaard en vrijmoedig), maar als ze het Hazekamp hadden gelaten, naar de eigenaars vanaf de jaren vijftig tot ca. 2010,. zou ik dat ook wel mooi hebben gevonden.

Zwarte stiertjes bij de Platvoetbrug:

Bij de kerk van Dorkwerd:

Net als paarden vinden lammeren dat slotenspul kennelijk ook wel interessant:

v


Rondje Appingedam

Windwijzer met kat in Winneweer (kan ook Garrelsweer geweest zijn):

Alle struweel is weggehaald en de restanten van steenfabriek Rusthoven bij Wirdum zijn weer zichtbaar. Maar eens van dichtbij checken met wat mooier weer:

Natte webben op de heg bij station Appingedam:

Bij Museum Möhlmann in de tuin:

Vanaf het Damsterdiep naar het oosten en dan voorbij Garreweer dit bermmonumentje. Denk dat hier iemand gemotoriseerd de plomp in is gegaan:

Ganzen op het Hoeksmeer:

Een eindje verderop deze dikke buizerd in het land – getuige zijn burgemeestersketting zou het wel eens een passant uit Scandinavië kunnen zijn:

Het kerkje van Wittewierum:

De toren:

Andere kant Eemskanaal – de alpaca’s hebben Luddeweer bereikt:

Landschap Luddeweer:

Lutjepotje met appelmoes en pompoenen bij een groepshuis, Luddweer:


Rondje Winsum

Hoogkerk is tegenwoordig een eekhoorn rijk:

Populierenree bij Klein-Garnwerd:

In Winsum, met dank aan Zakina, even rondgekeken in het Kinderboekenhuis. Willekeurig wat boeken van planken gehaald, zoals deze van de firma Kluitman, bekend om haar kleurige omslagen:

Een boek dat ik al op hun website had zien staan – naar de Koude Oorlog en atoomspionage in kinderboeken is vast een mooi onderzoek te doen:

Er zijn ook kleine exposities. Zo maakt dit racistisch stukje erfgoed deel uit van een tentoonstelling over de doorwerking van koloniaal verleden in kinder- en jeugdboeken:

Toverlantaarn met plaatjes:

Processie in Oostenrijk ten bate van de missie?

Het kinderboekenhuis staat naast de kerk van Obergum. Even op het kerkhof gekeken:

En in de kerk – rococo trapleuning bij de kansel:

Grafsteen met steigerend paard op het koor:

Op de terugweg in Schouwerzijl deze Ford Popular uit 1960:

Vervallende boerderij op Schouwen, tussen Schouwerzijl en Rodehaan:


Rondje Bedum

Zuidwolde – ingang kerk:

Achterop Zuidwolde verbindt een fietspontje tegenwoordig beide oevers van het Boterdiep:

Het pontje ligt vlakbij een gemaaltje met deze electriciteitskast:v

Jonge spreeuwen op een kapot zinken dak van een bijschuur, nog een eindje verder de kant van Bedum op:

Het fraaiste exemplaar van de zwerm:

Boerderijtje bij Bedum:

Stukje industriële archeologie bij de gele brug van Bedum:

Terug over Noordwolde en de Westerdijk. Voorbij de Koningslaagtemolen lag deze nationale trots als blijk van ongenoegen in een weiland:

De heren van Harssens, toch een genootschap van enige standing, naar we op goede getuigenissen mogen aannemen, doen nu ook aan stencilgraffiti, zoals op het fietspad langs Harssensbos:

In de verdorde omgeving tekenen zich twee parallel lopende sloten af, die samen wel eens het tracé van de oude Hunze zouden kunnen markeren:

Kalveren bij Wierum:

Schapen bij de kerk van Dorkwerd:


Rondje Peize – Eelde – Noordlaren – Onnen

Queueënde Belgen bij het Achterstewold, Peize:

Hooglander houdt van laag hangende, maar sappige boomblaadjes, Onlanden aan de Eelder kant van Peize:

Eelderdiep tussen Peize en Eelde:

De boerderij van Natuurmonumenten bij Eelde heeft weer een beste voorraad nieuw hooi (terwijl er ook nog verscheidene rollen van vorig jaar staan, die nu met gras overwoekerd raken):

Rijplaten op afgeoogst korenland, de Hullen ten oosten van Donderen:

Op meerdere plekken in het Gorecht dode bomen, zoals hier in de buurt van de Blankehoeve bij Noordlaren:

Perceel verleppend suikerbietenloof aan de Kampsteeg, Noordlaren:

Bij Onnen: podiumbeest regelt spotlight in:


Zuidhorn – Heereburen – Garnwerd – Garmerwolde

Zonnebloem, Minervapad Hoogkerk:

Westpoort bedrijvernterrein – LCW vanaf de Londenweg:

Bij de Zuiderweg, Zuidhorn – ooievaar trekt zich niets aan van trekker met giertank erachter (verderop wandelden er nog een stuk of zes.):

Vanaf Zuidhorn even doorgefietst naar Oudebosch fruit in Heereburen, vlakbij Kommerzij, voor een paar bakken kersen. Het koren was hier al gemaaid en gedorst:

Dijkcoupure bij de Gaaikemaweg tussen Pama en Aalsum:

Bij de dijk stond een ouwe veewagen, met twee etages schaduw voor de schapen:

Maaidorsers in de tarwe bij Aalsum:

Garage, Oldehove:

In de omgeving van Ellerhuizen – boerderij in wederopbouw:

Achter Thesinge – colonne boerenwagens na gedaan werk:

Wapen van de voormalige gemeente Ten Boer op de molen Germania, Thesinge:

Wolkenlucht bij Garmerwolde:


Rondje Engelbert

Hoogkerk – paarden bij een brandnetelpol tussen het Hegepad en de Peizerweg:

Hetzelfde stel:

Heb dit jaar nog een paar keer Samson geroken, maar binnenkort zal het wel afgelopen zijn en wat gebeurt er dan met de fabriekspanden van Niemeijer tussen spoor en Paterswoldseweg?:

Hoornsediep:

Er moest een boot het sluisje in. De ruimte was krap en de betere stuurlui stonden weer eens aan de wal, dus het was vooruit en achteruit en passen en meten, waardoor een fietsersfile voor het sluisbruggetje ontstond:

Paterswoldsemeer:

Voorbij de molen lag een veld met vroege mosterdzaad (tenminste, dat denk ik dat het was). De grond is hier erg venig, dus niet optimaal voor zaad. Vorig jaar was er nog veel grondwerk hier in de omgeving. Is dat zaad dan spontaan opgekomen, of zou het een proefveld zijn om te kijken welk ras het het best uitvalt bij onderploegen als groenbemester?:

Bij de Waterhuizeweg werd vlakbij het Winschoterdiep een stuk vrij ruig grasland gemaaid. De tractorbestuurder hield voortdurend de deur aan de maaikant open en zodoende het aan snee zijnde gras in de gaten, mogelijk ook om geen vogels of jonge reeën te slachtofferen:

Bij het uiteind van de Oudeweg tussen Westerbroek en Engelbert wordt er gewaarschuwd voor mijn soort:

Mooi oud boerderijtje aan de Engelberterweg:

Euvelgunne – het melkstation van boer Diekhuus raakt weer overwoekerd:

Qua stokrozen gaat de Jacobstraat in de Oosterpoort het Garnwerder Brouwersstraatje achterna. Ziehier het voormalige winkelpandje tegenover de Alexanderstraat:


Rondje Noorddijk – Noordwolde – Ezinge

Bij het Hegepad, Hoogkerk – de vier Daltons:

In de kerk van Noorddijk – gebrandschilderde kat?

Die gebrandschilderde ramen hebben een datering van 1944 en vormen dus waarschijnlijk een remake. De kerk van Noorddijk is zelf mede geportretteerd (kerk toont selfie):

Leeuw met balans:

Oplichtend kastanjeblad bij het koor van de kerk in Noordwolde:

Bij Adorp – trekker met lekke band:

Windwijzer op schuur voorbij Sauwerd:

Daar bij de ijsbaan nog even gekeken naar de opgraving van de slotgracht van de Onstaborg, die een vrij omvangrijk terrein bleek te omgeven:;

Boerderij op De Raken, tussen Wetsinge en Garnwerd:

Een perceel aldaar van stichting het Groninger Landschap is vrijwel egaal geel van de boterbloemen:

Blauwe irissen in een tuintje te Garnwerd:

Tulpen in een bak op de rand van Garnwerd:

Weg tussen Ezinge en Hardeweer, afgeperkt met fluitekruid en hagedoornen heggen:

Hier en daar was al gras gemaaid. Wiersen in hooiland bij Fransum:

Witte koe bij Aduuarder Voorwerk:

Grazend zwart paard bij Steentil:


Warffum v.v.

Gistermiddag op visite in Warffum. Die wind was nog best fris. Op de heenweg via Winsum en Baflo gegaan:

Kleiwerd bij Slaperstil:

De Reitdiepdijk tussen Dorkwerdersluis en Wierumerschouw:

Oostum 1:

Oostum 2:

Obergum:

Op de terugweg langs Onderdendam, met een zijsprong naar De Vennen, richting Tinallinge:

Koningslaagte bij Noorderhogebrug – helaas geen grutto te zien:


Oldambtster koolzaadrondje

Windmee vanaf station Nieuweschans. Helaas kwam, anders dan vanochtend was beloofd, de zon er niet goed door, in de verte zag je blauwe lucht, maar boven het Oldambt nleven wolken hangen.

Bij Finsterwolde achteruit de polder in (er lijkt daar een dijkrestant te liggen)::

Ook bij Finsterwolde:

Bij het oosteind van Oostwold (oftewel de Goldhoorn):

Zon of niet, de honinggeur was overweldigend. Overal kasten met bijen:

Hier en daar werd al beregend vanwege de droogte, zoals in de polder bij Midwolda:

Bij Midwolda:

Tot dan toe ging het om incidentele percelen, het echte werk, de gele vlakte, begon pas tussen Scheemda en Noordbroek:

Eindje verder:

De imker hier bleef maar aan het opzetten:

Toch nog iets van een Oekraiens contrast:

Nog steeds tussen Scheemda en Noordbroek, maar dichter bij Noordbroek dan bij Scheemda:

Bij Noordbroek nog een kleiner stuk:


Garmerwolde v.v.

‘Ontvellende berk’ bij het noordelijke fietspad in het Stadspark:

Bak met montagemateriaal van de spoorwegen, bij het fietspad langs de Peizerweg:

Kunstwerk Garmerwolde (detail): hond, hok, bal:

In de kerk van Garmerwolde Johan van der Dong met zijn performance Klei-Monologen:

In de kerk exposeerden Johan en zijn vrienden, waaronder Luc Veenstra met stemmige foto’s van kleilandschappen:

Drogende, scheurende klei, ook van Veenstra:

Op de grafsteen van de stokoude dominee Hermannus Sebastiani uit 1672 een wapen met een wassenaar en drie sterren, dat lijkt op het stadswapen van Dokkum:

Terug langs de Oosterhaven in Stad:


Museum Appingedam andermaal bezocht

Na zeven jaar werd het ook wel weer eens tijd om het Museum Stad Appingedam opnieuw te bekijken. Ik kreeg er een rondleiding van vrijwilliger Henk Bolt. En zag andere dingen dan de vorige keer.

Schippersklokje uit de zeventiende eeuw (met een enkele wijzer):

Krukje met gereedschap in de koperslagerswerkplaats, onder in de kelder:

Kanonnetje dat tevoorschijn kwam bij een opgraving op het terrein van de voormalige borg (Oost-)Snelgersma; de wielen zijn er naderhand bij gemaakt:

Bord met de namen van de Damster beurtvaarders op Amsterdam, 1696. Als iemand onderweg was, kwam er een stop in zo’n gaatje rechts:

Jan Gewald (1840-1921?), de blinde stadsomroeper van Appingedam, met zijn vrouw die hem altijd begeleidde en waarschijnlijk ook souffleerde, want bij het memoriseren van de om te roepen boodschappen ging er natuurlijk wel een iets mis:

Raampje met gebrandschilderd glas dat me sterk deed denken aan soortgelijk werk uit 1718 op het koor van de kerk in Noordwolde:

Tegeltableau met schaap (volgens mij zeldzaam, gewoonlijk zie je koeien en paarden, maar geen schapen):

Vrouwenfiguur op een vroegmoderne schouw:

Op zolder het uithangbord van een lokale schoenenwinkel:

In een van de kamers hangt en staat werk van Jan S. Niehoff, dat me deels bekend voorkwam. Zo niet dit aardige wintertafereeltje:

Karel Arkema (1901-1964), De pastorie van Solwerd:

Sip Hofstede (1948-2019), Wijkstraat Appingedam: