Taats en zijlkom
Geplaatst op: 15 oktober 2010 Hoort bij: Geschiedenis 5 reactiesDit zijn de grootste spijkers die ik ooit van mijn levensdagen zag. Het betreft vier bronzen taatsen of taatsnagels.
Zo’n taats zat aan de onderkant van een sluisdeur, waar de bolvormige kop rustte in de ronde holte van de eveneens bronzen taats- of zijlkom die in de drempel van de sluis verwerkt was:
Samen vormden taats en zijlkom het scharnier waarop de zijl- of sluisdeur aan de onderkant draaide. De getoonde taatsen zijn afkomstig uit een Boterdiepzijl. Op twee ervan staat het jaartal 1593, uit dat jaar zal het hele kwartet dateren. De zijlpot is iets jonger, want anno 1733 gegoten in opdracht van jonker Evert Joost Lewe van Aduard als ”hoofmester”” (opperhoofd, president) van het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest.
Taatsen en zijlkom maken deel uit van een mini-expositie van het Groninger Museum over de opsmuk van Groninger zijlvestenijen, die morgen te zien zal zijn op de vooral aan water gewijde Dag der Groninger Geschiedenis.
Ik kom morgen zeker kijken. In de loop der geschiedenis moet het technisch inzicht zijn voortgeschreden. Al heel lang wordt de taats op de bodem van de sluis gezet en zit de kom aan de onderkant van de deur. Om te voorkomen dat vuil en zand zich in de kom verzamelt en de slijtage bevordert.
http://www.proostdijersluis.nl/?page_id=60
In de, eveneens eeuwenoude, molenbouw wordt ook gewerkt met taatsen en bolspillen. Hier betreft het de zware molenstenen, waarvan de onderste stil ligt (ligger) en de bovenste (loper) draait. Om te kunnen draaien rust hij middels een bolspil in een taatspot. Zie de foto hiervan:
http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Concordiamolen_bolspil_rijn_taatspotten_10_maart_2008.jpg
@Frans,
Waarschijnlijk heb ik het verkeerd geïnterpreteerd aan de hand van het WNT en de oriëntatie van de tekst op de kom. De aanleg zoals jij die beschrijft is inderdaad veel logischer.
Misverstand. Ik denk echt dat het in de loop der tijd veranderd is. Mogelijk ook door nieuwere methoden van onderhoud en fabricage. Die plaatjes van taatspotten van molens liegen niet. Er gaat daar ook olie in de pot voor de smering. Bij zijlen gaat dat natuurlijk niet. Bij gewone deurpaumelles uit de 19e en 20e eeuw, die nog steeds te koop zijn, zit de taats onder. Maar bij de moderne stalen prefab kozijnen met inschroefpaumelles in de deuren zit de taats weer boven. Dat zal er dan wel weer mee te maken hebben dat ze dan geen linker en rechter nodig hebben. Ergens in Delft zal nog wel iemand zitten die weet hoe het vroeger met taatsen van zijlen zat.
In 1736 is het boek “Theatrum machinarum universale; of keurige verzameling van verscheide grote en zeer fraaie waterwerken, schutsluizen, waterkeringen, ophaal- en draaibruggen” verschenen bij Petrus Schenk te Amsterdam. In 1981 is hiervan een facsimile verschenen bij Wever te Franeker.
In dit groots uitgevoerde boek staan vele tekeningen, waaronder die van de bouw van een sluis met alles wat daarbij hoort.
Op de gedetailleerde tekeningen is goed de kop en kom te zien.
In de bibliotheek van de RUG en misschien ook in de GrA zal het boek wel aanwezig zijn.