Hoe Dijksterhuis verdween

2012-08-18 047

In de vestibule van de oude borg Dijksterhuis te Pieterburen stond een Latijnse spreuk, die vertaald hierop neerkwam:

„Moge dit huis blijven staan, totdat de mier de wateren der zee zal hebben opgedronken en de schildpad de gehele aarde zal zijn doorgewandeld.”

De mier heeft nog oceanen te gaan en de schildpad is ook nog lang niet aan het eind van zijn missie. Dijksterhuis daarentegen, is van de kaart geveegd. De wens kwam niet uit.

In het voorjaar van 1902 werd de borg al niet meer bewoond en was hij danig in verval. De vrijgezelle eigenaar, jonker Gerhard Alberda van Menkema en Dijksterhuis, die op de Menkemaborg in Uithuizen woonde, maakte onderdelen van zijn vervallen goed te gelde. Zo liet hij een groot deel van de bomen kappen.

In maart was de hele oostersingel al weg. Daarmee verdween een kenmerkend onderdeel van het landgoed, dat het Algemeen Handelsblad juist in die dagen aldus omschreef:

“Op een afstand gezien vertoont zich over de vlakke landen van Hunsingo het bosch te Pieterburen en daarin staat het slot of de burcht van den heer, die niet alleen dit bosch bezat, maar vele daaromheen liggende landerijen. De woning is hooger dan de omringende boomen, zoodat er een vrij uitzicht is op de omgeving en naar het noorden ziende, vertoonen zich de Wadden.”

020 uitsnede

Alberda deed de siervazen op de brug cadeau aan zijn familie op Nijenhuis in Heino. Van de inboedel op Dijksterhuis was op dat moment nog maar weinig meer over. Begin april verkocht Alberda de collatie (het benoemingsrecht van predikanten etc.) van de hervormde gemeente Westernieland aan die gemeente. Hij beurde er toch nog een duizend gulden voor.

Op 22 april overleed hij. Dat gaf nadien nog enige consternatie, want van twee archiefkasten bleken de sleutels zoek, “en niemand van het thans levende geslacht schijnt iets van den inhoud te weten”. De kranten speculeerden over “veel gedrukte en geschreven stukken, die nog door geen deskundige zijn nagezien”. De borgbewoners hadden eeuwenlang een grote rol gespeeld in de streekhistorie en daar moesten die ongeziene papieren over gaan.

Medio mei leek het probleem opgelost. Toen ging immers het restant van de inboedel per schip naar Uithuizen. Daar zou een grote veiling plaatsvinden, waar dan tevens spullen uit de Menkemaborg onder de hamer kwamen.

Na de zomer maakten de erven Alberda bekend, dat ze Dijksterhuis wilden laten slopen. In oktober flakkerde er nog een sprankje hoop op, er was althans sprake van dat “eenige vermogende heeren” gezamenlijk de borg wilden kopen, om deze te redden. Maar dit ging niet door en vanaf midden november stonden er aankondigingen in de krant dat Dijksterhuis, of Het Huis ten Dijke, zoals het ook wel heette, “op afbraak” werd verkocht.

Intussen liet het Rijk foto’s van zowel het exterieur als het interieur van de borg nemen. Ook mat een heer Schepers uit Den Haag de hele zaak precies op, en legde zijn metingen neer in bouwkundige tekeningen. Mogelijk bevindt deze documentatie zich in een of ander archief, de foto’s lijken (deels) in de Beeldbank Groningen aanwezig.

Het Algemeen Handelsblad trakteerde zijn lezers nog op een liefdevolle en uitvoerige beschrijving van de borg:

“Dat oude Dijksterhuis kan op schoonheid niet bogen, maar de forsche lijnen, de na eeuwen nog loodrecht uit het water oprijzende muren, ze dwingen tot eerbied.
In zijn stoeren en strengen eenvoud trotsch, ten volle het karakter dragend van de plaats waar het staat aan het strand van de Noordzee, van zijn grijze tinne een blik op die zee gevend, maakt het op den bezoeker een machtigen indruk, verplaatst het hem in vroeger eeuwen. Hij denkt zich de vroegere Heeren, hun bezittingen van die tinne overziende.
Immers de overlevering zegt dat de Noordzee vroeger den voet van dit slot bespoelde, en dat het huis als ’t ware in een bak van zwaar hout – die bij laag water nog moet te zien zijn – uit of op het wad werd opgetrokken…”

Ook herinnerde de krant aan het verblijf van de watergeus Sonoy op de borg, en haalde ze het bekende verhaal van de moor aan, die het dienstmeisje vermoordde, wat een onuitwisbare bloedvlek op de vloer gaf (ondanks het weghalen van de vlek of zelfs de hele plank, kwam deze telkens weer tevoorschijn).

Het stuk besloot met een lyrisch vaarwel:

“Een warme groet — een laatste groet helaas zij U gebracht van deze kille stranden, U, stoere, sombere, stille en toch zoo sprekende reus.”

Dijksterhuis, posthuum

Op de zes kijkdagen voor de veiling was de entree een kwartje, welk bedrag ten goede kwam aan de plaatselijke diaconie. Ruim 400 mensen hadden dit ervoor over, zodat de hervormde armen er 100 gulden mee opschoten.

De veiling vond plaats op 17 december in een plaatselijk café. De koper van de borg op afbraak bleek ene Van Seumeren uit Tilburg, die 2575 gulden bood. Met de boerderij en het daaronder beklemde land en diverse losse percelen bracht het hele landgoed in totaal bijna 135.000 gulden op.

De verkopers lieten nog wel een bijzondere bepaling in de contracten opnemen:

“Van eventueel te vinden schatten, die wel zouden kunnen voorkomen, daar het slot bijna 1000 jaar heeft gestaan, behouden de verkoopers zich 90 pct voor, terwijl de vinder 10 pct krijgt “

In februari 1903 begon het rooien van de overgebleven bomen:

“Het uitroeien van het bosch rondom het slot „Dijksterhuis” te Pieterburen (Gr.) is thans in vollen gang. Niet alleen zijn daarmede vele arbeiders uit de genoemde en de omliggende plaatsen bezig, maar ook is in het begin dezer week op het terrein van het slot een groote woonwagen met werkvolk uit Sappemeer aangekomen.
Alle boomen moeten vóór 1 Mei a.s. verwijderd zijn. Het hout, dat alsdan nog aanwezig is, wordt krachtens de voorwaarden van verkoop het eigendom van den kooper der boerderij.
Menige photograaf verbeidt niet ongeduld de verwijdering van de boomen in de nabijheid van den merkwaardigen achtergevel van. het slot. Vruchteloos is reeds meermalen getracht dien gevel in beeld te brengen; de zware, wijdvertakte boomen werkten dit tegen.”

Buiten de veiling was het collatierecht van Pieterburen gebleven. De lokale hervormde gemeente kocht dit in maart voor 2000 gulden van de erven Alberda, die als voorwaarde stelden dat de herenbank en de rouwborden van de familie op hun plek in de kerk zouden moeten blijven, “welke voorwaarde door de koopers zeer gaarne is aangenomen”.

Het puin van Dijksterhuis ging via het haventje van Wierhuizen naar de dijk van de Lauwerspolder. Maar er was ook veel nog bruikbare afbraak – o.a. drie antieke marmeren schoorsteenmantels, 150.000 harde metselstenen in vijf soorten, 500 blauwe marmeren vloertegels en 7000 dakpannen, naast balken en kleiner hout – die sloper Van Seumeren via de krant te koop aanbood.

Pas in april 1903, toen de kaalslag al zover gevorderd was dat men de consequenties duidelijk overzag, manifesteerde zich enige onvrede :

“Met leede oogen zien velen en niet het minst de inwoners van het dorp Pieterburen, de verwoesting aan van het aloude slot Dijksterhuis aldaar en van zijn prachtige omgeving. Op het ruime slotplein, aan welks ingang zich nog statig de hooge poort verheft, liggen thans opgestapeld honderdduizend steenen, grootendeels kloostersteenen van groote afmetingen, alsmede allerlei gedeelten van het inwendige van (het) gebouw (…). Reeds zijn de sloopers tot het hooge voorgebouw tot de benedenste verdieping gevorderd. Van den achtzijdigen toren, die een vrij uitzicht over de Wadden gaf, staat nog slechts een stuk van eenige meters hoog.”

Medio juni meldde het Nieuwsblad van het Noorden dat de sloop op een haar na voltooid was;

“…de laatste steenen nog uit de fundamenten gebroken en het bestaan behoort tot de geschiedenis. Het staan van het gebouw in een looden of koperen bak, zooals door velen werd vermoed, is onwaar gebleken.”

De enige bijzonderheid kwam aan het licht bij het vellen van een oude linde naast het voorplein. Onder de wortels en een halve meter puin vond men een mannenskelet met fragmenten van een gebroken zwaard. Sporen van de terechtstelling en ontering van een verslagen vijand? Helaas zijn deze archeologica niet bewaard, zo leerde navraag bij het Groninger Museum. Er kan dus geen onderzoek naar de ouderdom worden gedaan.

Dijkterhuis wikipedia


21 reacties on “Hoe Dijksterhuis verdween”

  1. Jan de Jong schreef:

    Ik was even terug in de tijd.
    Toch jammer dat het er niet meer is.
    Bedankt Harry.

  2. Dondersteen schreef:

    Ik reageer niet meer zo vaak maar lees nog wel en verhalen als deze zijn een kers op de taart. Prachtig. Over dingen die voorbij zijn gegaan maar dank zij jou toch weer een beetje tot leven komen.

  3. Prachtig relaas weer, jammer dat er in de loop veel van dit soort moois verloren is gegaan. Dit had nog een mooi pronkstuk kunnen zijn.

  4. C. Dijksterhuis schreef:

    Mijn opa (Heerko Dijksterhuis) vertelde dat hij op 27-jarige leeftijd de borg Dijksterhuis in het voorjaar van 1903 voor het laatst heeft gezien. Hij vond het heel erg dat de borg gesloopt zou worden.

  5. Jolanda Dijksterhuis schreef:

    Inderdaad, jammer dat het niet meer bestaat. Ik was er graag eens gaan kijken.

  6. Ronnie schreef:

    Ik heb helaas nooit goed met stamboom kunnen napluizen. Zover ik weet ben ik niet verwant met de toenmalige eigenaren van de Dijksterhuis & Menkemaburg. Ik weet niet of er meerdere Dijksterhuis families waren of dat de familienaam Dijksterhuis wellicht later in de historie gekopieerd is. Met mijn vader ben ik in mijn jeugd wel eens wezen kijken in de Menkemaborg, dat vond ik toen wel spannend. De resten van de Dijksterhuis borg ben ik nooit wezen bekijken.

    Ronald Dijksterhuis

    • groninganus schreef:

      Beste Ronald, Er zijn meer families die Dijksterhuis heten, zoals er ook meer families Dijk, Bos, of van der Veen heten – de naam geeft in zulke gevallen een woonplaats aan – er stonden veel meer woningen her en der aan dijken in Groningerland.

  7. Coraline Dijksterhuis schreef:

    Ja ik ben familie van Ilbina Dijksterhuis.

  8. Attie schreef:

    Leuk om te lezen, even terug in de tijd.

  9. Olaf Jansen schreef:

    In dit artikel is een detail opgenomen met twee mannen.
    Waar kan ik de originele tekening hiervan vinden?

  10. Devi Mokkum schreef:

    Wat mooi dat deze informatie op deze manier bewaard en gedeeld blijft. Ik bsn geruime tijd bezig meer informatie te verkrijgen over de bediende ook wel bekend als “Zwarte Pier”. Hij is bekend van het roemruchte verhaal met de dienstmeid. Is er nog meer over hem bekend? Bijvoorbeeld zijn leeftijd? Of weet iemand nog verhalen van overlevering van mensen die hem destijds hebben gezien? Ik hoor graag reacties


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.