Beknopte geschiedenis van Rottumeroog (1794)

“Het eiland Rottumer-Oog. Dit zal anderhalf uur in den omtrek hebben, en wordt nog door eenige duinen beschermd. Aan de oostzyde wint het wel iets, doch daartegen verliest het sterker aan de westzyde, en moet tegen den slag des waters met rys en andere schutwerken gehouden worden.

In voorige tyden behoorde het voor twee derde aan het klooster te Rottum, en voor eenderde aan het oude klooster in de Marne. Na de Reductie (het terugbrengen van Groningen tot de Republiek in 1594 HP) is het door de Staaten van dit gewest in beslag genomen; doch de klauwgenooten van den regtstoel te Warffum en de Breede beweerden, dat het eiland onder hen behoorde, dan by vonnis van de Hoofdmannenkamer is den 10 Novemb. 1642 het regtsgebied aan Heeren Gedeputeerde Staaten toegekend, en by revis op den 25 Jan. 1654 ook het strandregt.

Ten jaare 1659 verkogt de Provincie het geheele eiland met het daarop staande huis, en alle de geregtigheden aan de Heeren Schotto Tamminga, A. Huinga, Alje Bajes, en Hero Luitjen Jans voor zevenduizend driehonderd en tien gulden, onder voorwaarde egter van te blyven onder de souverainiteit van dit gewest. Van den Heer Tamminga, zyne deelgenooten uitgekogt hebbende, kwam het eiland in 1669 op den Heer Johan Tamminga, en van dien vervolgens in 1675 op den Heer Rudolf Sickinghe, en Vrouwe Amelia Clant, welke vrouwe in 1686 de andere helft mede aankogt.

Door haare erfgenaamen wierd het in 1695 in. koop overgedragen aan de Heeren Louis Trip van Warfumborg, en Michiel. van Bolhuis; en door derzelver erven ten jaare 1707 aan den Graaf van Clancarty, die, als een yverig Jacobiet en gewezen Kamerheer van den Koning Jacobus den II, om de onlusten naderhand over den Pretendent gerezen, uit Groot Britanien gevlugt was. Deeze heeft er in 1728 nog gewoond, maar kort daarna verkogt hy het eiland aan Pieter Pive, koopman te Dokkum; welks weduwe in 1735 drie vierde van Rottumeroog verhandelde aan de Heeren Jarich Georg van Burmania, Gnetman van Oost-Dongerdeel, den Burgemeester Timotius Heringa, en den Notaris Jan Suiderbaan voor ƒ 3459-9-0..

Edoch de Heeren Staaten deezer Provincie, by een besluit vari den 12 Juni 1738, het raadzaamste geoordeeld hebbende dit eiland weder aan zig in eigendom te brengen, is het daarop van die Friesche deelgenooten aangekogt voor ƒ 4612-12-0. Van dien tyd af is het tot heden onder het bewind gebleven van Heeren Gedeputeerde Staaten, die het door eenen strandwaarder onder den naam van Voogd laaten administreeren; en denzelven tot steun toegevoegd hebben twee uit de militaire geappointeerden, die te zamen in het enige huis, door de Provincie tot dat einde gestigt, woonen.”

Uit de Tegenwoordige Staat van Stad & Lande (1794)


One Comment on “Beknopte geschiedenis van Rottumeroog (1794)”

  1. Hans schreef:

    OCR foutje: Gnetman moet natuurlijk Grietman zijn. Zie ook details over de Malle Graaf Clancarty op http://sneuperdokkum.blogspot.com/search?q=malle+graaf
    Groet, Hans


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.