Botanisch rondje Peizerwold


Fietstunnel Peizerwold nadert oplevering

Op het oog ligt er een prima wegdek in de nieuwe fietstunnel bij het tolhuis van Peizerwold. Toch staan er nog allemaal hekken omheen en de conclusie is dan al gauw dat dat komt doordat het schilderwerk nog niet af is:

De ondergrond is wel zo’n beetje aangebracht, maar er komen nog diverse figuren op. Deze Hooglander staat er al:

Net als deze vrouwen waarvan de ene lijkt te vliegeren, als ze niet aan tai chi doet:

En deze hooibalen moeten wellicht nog wat geler:

De kunstenaar bleek druk aan het werk in het westelijke deel, dat naast het tolhuis uitkomt:

Even een vlekje weghalend:

Op dit gedeelte staat een kip van het soort zoals de tolhuisbewoners ook hebben:

Alles dichtbij de hand – volgens hem ging de tunnel in november open, ik meen op de zesde:

Weer bij de Groningerweg om over te steken, bleek het inmiddels razend druk op de weg, met files vanuit beide richtingen. Bij de oversteek verzamelden zich dan ook behoorlijk wat fietsers. Een oudere man wilde het erop wagen en kon nog net aan zijn arm worden tegengehouden. Kortom: deze tunnel voorziet in een grote behoefte.


Onlander rondje

Gepredeerd ganzenei op de Weringsedijk:

Slenk vanaf de Zanddijk:

Die bomen, deels van de laatste jaren, staan langs een voormalig dijkje, dat zo toch weer zichtbaar is:

Voorheen tolhuis Peizerwold:

Ponyveulen achter ’t tolhuis:

Ponyveulen 2. Heb niet zoveel met pony’s, maar deze is aandoenlijk:

Er staat weer rogge op de akker aan de Hooiweg bij Roderwolde:

Curieus – iemand heeft een baan van die rogge ondergeploegd:

Onlandsedijk – enorm kikkerkoor aan de rechterkant:

Poortje, bruggetje:

Een vroege gele lis:

Voorbij Eiteweert:


Rondje Peize – Paterswolde

Gevlekte koe bij de Langmadijk, Peizermade:

Prettig dromend varken, Roderwolde:

Weggetje bij maisveld, Peizerwold

Fietspaadje Peize:

Nieuw bord attendeert op het verdwenen Huis te Peize, ooit een havezate waar machtige Drentse heren woonden::

Het schathuis of de boerderij die erbij hoorde staat er nog steeds. De boer stond buiten en gaf me toestemming om de wat verscholen geplaatste gevelsteen te fotograferen – het betreft ’t alliantiewapen De Coninck-Van den Clooster uit 1706:

Sinds jaar en dag huppelen er konijntjes rond de boerderij:

Eenzame lindeboom op de Eelderma:

Duivenhok bij de Verlengde Boterdijk, Paterswolde:

Pompoenenplantage bij de Boterdijk:

Bord langs de Meerweg waarschuwt voor overstekende otters:

De Paalkoepel, in 1908 gebouwd als theehuis voor Jan Evert Scholten, in de jaren 70 nog zwaar vervallen en sindsdien in gebruik als restaurant:


Rondje Roderwolde – Peize – Eelde – Onnen

Ontluikend bij de Onlanderdijk:

Regeneratie:

Fouragerende ooievaars:

Bij een slootje, Roderwolde:

Paal boven water, Peizerdiep bij de Stenhorsten:

Het bospaadje aan het eind van de Stenhorstdijk, Peizerwolde:

Tevreden ogend scharrelvarken, Peize:

Achterstewold, Peize:

Brusselseweg, Peize:

Onnen:

Onnerpolder – de kieviten en grutto’s die je hier vijftien jaar geleden nog volop zag, hebben plaats gemaakt voor ganzen:

Bij de Zuiderhooidijk dit radiobaken van vliegveld Eelde, dat gebouwd is met Europees geld:


Rondje Peize – Roderwolde

Acrobaat in de berm van het Achterstewold, Peize:

Rode blaarkoppen tussen de zuring in de laagte:

Ouwe tractor::

Grasrolverzwaring:

Ooievaar aan de Brusselseweg (in totaal liepen er vijf rond):

Stenhorst, Peizerwold – haverveld met korenbloemen:

Uitgelicht exemplaar:

Onlander slenk richting Stad, vanaf de Hooiweg tussen Roderwolde en Matsloot:


Rondje Leutingewolde, Roderesch, Altena

Er waren, aan de roestige rommel te zien, magneetvissers actief geweest op de brug over het Koningsdiep, Hoogkerk:
DSC03538
Viaduct over de A7 Roderwolderdijk:
DSC03544
Viaduct over de A7, Matsloot:
DSC03546
Gemaal, Matsloot:
DSC03556
Dorpsgezicht Sandebuur-west:
DSC03574
Dorpsgezicht Leutingewolde vanaf de es:
DSC03585
Uitlopend eikenloof, Norgerweg tussen Roden en Roderesch:
DSC03606
Stoffige boel bij Roderesch:
DSC03610
Keuterij bij de Markeweg naar Lieveren:
DSC03624
Bomen bij de Norgerweg, gezien vanaf de Markeweg:
DSC03629
Achtererf bij Altena, de hond bleef lekker pitten:
DSC03638
Slootje bij Peizerwold:
DSC03643


Pinksterrondje

In de noordelijke hoek van de Stadsparkuitloper en het Omgelegde Eelderdiepje:

Op het Eelderdiepje ten oosten van het gehucht Peizermade:

Eelderdiepje, Onlanden:

Rijpend koren, Bommelier Peizerwold:

Pa ooievaar gaat wat lekkers halen voor de kleine, Roderwolde:

Op de Pasop – rood vee bij vervallende schuur:

Vergrijsde distelvlinder op brandnetel, Hornpad bij Den Horn:

Klaprozen en margrieten langs hetzelfde pad:


Rondje Midlaren – Yde

Onnen – langharig peerd:
DSC06833
Noordlaren, Vogelzangsteeg – schuur op achtererf die ik al heel lang van wat dichterbij wilde zien. Stoute schoenen aangetrokken en om toestemming gevraagd. Het mocht. De schuur wordt binnenkort waarschijnlijk gesloopt:
DSC06850
Detail – wagendeuren met kleine deur:
DSC06855
In de verte het Oude Veerhuis, Noordlaren:
DSC06863
Bij de Drentse A vloog een buizerd over:
DSC06874
Kokmeeuwen op jacht naar juffers:
DSC06882 was 94
Hier ongeveer kwam ik een Harener lezer van dit weblog tegen (dat gebeurt enkele jaren per jaar dat ik zo’n ontmoeting heb):
DSC06888
Het fraaie plantje op de beekoever:
DSC06890
Yde – de familie baudet:
DSC06905
Hachelijke toestand in Yde:
DSC06909
Ze hebben er volksfeest, deze buurt doet iets met fietsen:
DSC06917
Aan de Norgerweg in Yde – nog een schitterend vervallen schuur die al een poos op mijn verlanglijstje stond:
DSC06921
De mais komt boven:
DSC06927
Overstekende blaarkop bij Winde:
DSC06934
Koren bij de Bommelier, Peizerwold:
DSC06947
Peizermade, Langmadijk – deze beauty is er ook weer:
DSC06956


Wandelrondje Kleibosch

Omdat de wind me tegenviel, maar eens een wandeling gemaakt, en wel in Roderwolde/Foxwolde rond de Kleibosch. Eerst met de bus naar Peizerwold, en daar de Stenhorstdijk op, waar nog een verzameling oud landbouwgerei bleek te liggen::

Van de Stenhorstdijk naar de Bommelier via een zandpad langs akkerland met jong koren:

Langs de Roderwolder Schipsloot naar de Kleibosch, een blik naar achter:

Het Meertje, zoals ze dat in Roderwolde noemen – nieuwe natuur van ca. 2012 in de Zuidermaden:

Het pad erlangs is goed begaanbaar:

Dobbe (het kikkergekwaak moet je er maar bij denken):

Karrespoor:

Het Drents Landschap, eigenaar van dit gebied, heeft op boerderij het Tichelwerk een zetboer die blaarkoppen houdt – dit zijn de pinken bij een waterkuip in een beschut weiland:

Wilgen in lager gelegen land:

Geen bosanemonen, maar Grote Muur (met dank aan Hendrika):

Hoger land met eiken:

Nog geen eikenprocessierupsen, gelukkig:

Wagenspoor, zijnde de oude weg van Roder- en Foxwolde naar Roden:

Boomgaard bij boerderij De Kleibosch:

Melktijd – blaarkoppen in optocht naar het Tichelwerk:

Bommelier – jonge braamscheut bij eik:


Bloemrijk rondje Peize

Op de met mossen overgroeide asfaltrand van de Zuiderweg in Hoogkerk staan fraaie gele bloempjes. Deze zijn hier in de buurt op nog meer van zulke plekken te vinden. De naam wist ik niet, maar volgens Hendrika en anderen (waarvoor dank) betreft muurpeper, ook wel sedum of vetkruid geheten:

Korenbloemen en bolderik op nieuwe grond bij de Eemsgolaan:

Klaprozen in overvloed bij het Transferium Hoogkerk:

Wat dichterbij:

Oever Omgelegde Eelderdiep – vingerhoedskruid:

In dat gecompartimenteerde kanaaltje zit redelijk wat krabbenscheer:

Bij de meeuwenkolonie – een menigte gele plompen:

Vogelwikke aan de Drentsedijk:

Tijdig gezien, ligt in hinderlaag, is levensgevaarlijk::

Boswal bij de Drentsedijk – veel kamperfoelie:

Moeraskers? Te vinden aan de Zuiderdijk:

Rode koeien aan de Zuiderdijk:

Achterstewold – wederik:

Melkstationnetje aldaar:

Herkauwende blaarkoppen met op de achtergrond, in een sprank zon, het nieuwe Eelderwolde:

Peizerwold – ooievaarman vlooit zijn vrouw:


Korenveld bij de Bommelier

Bij de Bommelier tussen Peizerwold en Roderwolde:

Waarschijnlijk gaat het om ouderwetse rogge (zogenaamde Sint Jansrogge). Eens kijken hoe hoog het wordt.


Ommetje Sandebuur

Onlanden, langs de Onlandse Dijk:

Lammeren bij Sandebuur:

Bij het Leekstermeer:

Sandebuur, sloot en voetpad bij het Leekstermeer:

Sandebuur, slootwal bij een stuwtje:

Sandebuur, nog een mooi voorraadje kachelhout:

Sandebuur, boerderij te koop, zaterdag open dag:

Roderwolde, fouragerende ooievaar aan de rand van de Zuidermaden:

Nogal tamme fazant bij de Zanddijk, Peizerwolde:

Hebbes in de verte:

Wulp bij de Zanddijk, vrij dicht bij de weg:

Het beekje met de cascade bij de Weringsedijk werkt weer goed:

Deze foto’s zijn afgelopen zaterdagmiddag gemaakt, maar bleven liggen omdat ik er na het schrijven van het stukje over de ecoloog en zijn hond even tabak van had.


“Ecoloog” vindt dat hij zijn hond best mag loslaten in de Onlanden


“Het weer wordt beter en dus neemt helaas ook in De Onlanden de verstoring door loslopende honden en foutografen weer toe”, aldus een tweet van Natuur in de Onlanden op 12 maart. En in een follow-up, dezelfde dag: “Ziet u verstoring van de Natuur in De Onlanden? Spreek de persoon aan of geef het door aan de beheerder. Tip: maak foto’s ter identificatie.”

Ik had al wat twijfels bij deze oproep, maar als je mensen maar beleefd aanspreekt, dacht ik, dan zijn ze vast wel vatbaar voor rede. Broedseizoen immers, een redelijk mens wil dan geen vogels verstoren. Trouwens ook geen andere dieren, zoals otters.

Inderdaad bleken twee van de drie loslopende hondenbezitters die ik vanmiddag in de Onlanden aansprak van goede wil. Ze riepen hun hond bij zich en lijnden deze aan. Wat mij dan tevreden gestemd verder doet fietsen, hoewel ik best weet dat de lijn soms weer losgaat zodra de bemoeial uit zicht is.

De derde hondenbezitter was van een ander gehalte. Ik kwam om een uur of zes over de Zanddijk uit de richting Peizerwold en was van plan de Weringsedijk richting Hoogkerk te nemen. Op de hoek zag ik een soort van lichtbruine wetterhoun of airedale in het riet rondstruinen, nog redelijk dichtbij de weg, maar toch: onaangelijnd. Uit de tegenoverliggende richting kwam een vrouw aangelopen, maar die liep de hond voorbij zonder dat ze naar hem omkeek, of dat de hond haar volgde. Dus vroeg ik de man en de vrouw die bij het richtingenbordje stonden te praten, of de hond misschien van hen was.

“Ja” zei de man. “Wat dan?”

“Och”, zeg ik, “zou u die hond astublieft willen aanlijnen?”

“Waarom dan?”

“Nou, het is broedseizoen, een hond die in het riet struint verstoort de vogels”, zeg ik.

Hij weer: “Mijn hond gaat niet achter vogels aan”.

Ik zeg: “Dat heb ik wel meer gehoord, maar toch”.

“Nou”, zegt hij, “Ik ben ecoloog meneer”. Hij wees achter zich om die bewering geloofwaardig te maken: “Daarginds zitten kemphanen en ik hoorde ook drie roerdompen en die hebben absoluut geen last van mijn hond.”

“Jaja,” zeg ik, ik heb ook een roerdomp gehoord, maar toch is het beter dat u uw hond aanlijnt. Mag ik een foto van u maken?”

“Ja” zegt hij. Terwijl ik de foto neem: “En wie bent u, als ik vragen mag?”

“Ik ben Harry Perton”, zeg ik. “En wat is uw naam?”

“Ik ben [naam geschrapt], zegt hij. Hij wees in de richting van de Groningerweg, Peizermade. “Als daarginds nu een bordje had gestaan, dan had ik mijn hond aangelijnd, maar er stond geen bordje.”

Dat nu, vond ik een vreemd argument voor iemand die zich ecoloog noemt. Of je weet alles van de natuur en kunt tevens extreem goed met waterhonden omgaan, of je beroept je op de afwezigheid van een extern verbod. Hoewel ik dus alweer op de fiets was gestapt, maakte ik nog even rechtsomkeert.

“Ik vind het vreemd dat u zich op de afwezigheid van een bordje beroept, terwijl u als ecoloog zou moeten weten wat het effect van een rondstruinende hond op vogels is”, zeg ik, als ik weer vlak bij ze sta. “Trouwens, de afwezigheid van zo’n bordje ontslaat u als nog niet van uw morele plicht.”

“Er zijn mooimakers en er zijn moemakers”, zegt hij, “en u bent een moemaker”. En met een veeggebaar met zijn hand van zich af: “En nu wegwezen”.

“Nou”, zeg ik, ik sta hier op de openbare weg en laat me niet door iemand van jouw soort wegsturen.”

“Mijn soort?”, vraagt hij.

“Ja”, zeg ik, “Jij bent van het soort klootzakken dat zich beroept op de afwezigheid van bordjes, bordjes die het eerst zèlf heeft weggehaald.”

Dit had ik natuurlijk niet moeten zeggen; dit loste niets op, maar goed, ik was toch al betiteld als een moemaker.

“Dus u begint te schelden?, zegt hij.

Hij begon natuurlijk zelf met schelden, maar enfin. Ik zeg: “Mensen die hun honden los laten lopen in natuurgebieden zijn in mijn ogen klootzakken”.

En daarmee was onze conversatie wel uitgeput. Ik ben weer op de fiets gestapt en heb mijn hand nog even ten afscheid opgestoken met het vaste voornemen om dit verhaal hier op te schrijven.

Eenmaal thuis, blijkt dat hij géén valse naam opgaf. De titel ecoloog is wellicht wat hoog gegrepen, gezien het “Ing.” voor zijn naam, maar meneer [naam geschrapt] werkt wel degelijk bij een ecologisch onderzoeks- en adviesbureau.

Rest nog de vraag: als een “ecoloog” zijn hond in de natuur mag laten struinen, waarom zouden anderen dit voorbeeld dan niet mogen volgen?

Ben nu inderdaad finaal genezen van het aanspreken van mensen. Dat kost me veel te veel gemoedsrust. Heb geen zin in een hartaanval of beroerte. Laat er maar gewoon toezicht komen, die voelbare bekeuringen verstrekt, graag te verdriedubbelen voor zogenaamde ecologen.

Naschrift 27 maart 18.30 uur:

Hoewel meneer zichzelf kenbaar maakte als ecoloog en als zodanig ook allerlei overheidsrapporten blijkt te schrijven, zodat er een publiek belang bij het noemen van zijn naam en bedrijf gemoeid is, heb ik besloten die gegevens toch maar te schrappen. Het punt is wel gemaakt, de man is bereikt en dit hoeft hem niet eeuwig nagedragen te worden.

 


Gemengde herinneringen aan de Drachtster tram

Tramrails bij Peizermade (2008).

Restanten van de trambrug over  ’t Oude Eelderdiep bij Peizermade (2008).

Voor Jan S. Niehoff (1923-2014) vormde Roden, waar hij rond zijn tiende, elfde ’s zomers bij zijn oom logeerde, een soort van “droomwereld”. Ver van tevoren keek hij al naar die logeerpartijen uit:

“Het bijzondere begon al met de reis per tram (niet: trem!) die, heel anders dan de trein midden door de bewoonde wereld liep, rakelings langs de bomen van de weg, waarover de rook zwierde, de rook, waarvan de zwavelgeur door de openstaande luikjes met geel glas in een verhoging van ’t witte plafond de coupé binnendrong. Een kartonnen bordje “Niet Spuwen” boven de deur, dat heftig ging slingeren als de tram met zangerig wielgeluid een bocht nam.”

Naast zijn oom woonde het gezin van de Roder gemeentesecretaris. Met diens zoon Ids was de jeugdige Niehoff bevriend:

“In hun huis heerste een melancholieke sfeer, die ik later kon duiden, nadat ik vernam, dat ze niet lang voordien hun oudste kind Albert hadden verloren: hangend buiten een balcon van de tram was hij, op reis tussen de school in Groningen en Roden met het hoofd tegen een boom geslagen. Sindsdien hadden voor mij die voorbijschietende bomen iets boosaardigs.”

Een krantenbericht over dat gruwelijke ongeluk kwam ik een hele poos geleden al eens tegen. Het gebeurde op 12 mei 1934 bij Peizerwolde. De jongen, 17, was vrijwel op slag dood. Wat een drama moet dit geweest zijn voor die ouders.

Bron: Brief (in concept of afschrift) van Jan S. Niehoff te Appingedam aan Peter van der Velde te Roderwolde, zomer 1998. In: RHC Groninger Archieven, Toegang 2966 (archief Jan S. Niehoff) inv.nr. 1.