Rondje Roden, Terheijl, Midwolde

Wilgenkatjes, pas uit hun schilletjes gepopt:

Een enkele al bezet door een bij of een vlieg:

Buurpraatje van paard en scharrelvarken aan de Hooiweg in Roderwolde:

Halfwas Schotse hooglanders op Terheijl. Op de achtergrond het vroegere armhuis van Roden:

Eerst stonden ze tot hun enkels in een modderpoel rond een hooidispenser (of hoe heet zo’n ding), maar stoven weg toen ik ze iets te dichtbij kwam;

Om op een afstandje een half nieuwsgierige, half dreigende houding aan te nemen:

In het plantsoentje bij de Schreiershoek in Leek zaten een paar scholeksters te fourageren. Die paarse krokussen zijn trouwens erg in de mode, dit seizoen:

Nog eentje van opzij:

Leeuw als windvaan op het kerkje van Lettelbert:

Kaalslag op wal vloeivelden suikerfabriek bij de Roderwolderdijk, Hoogkerk:

Kat die zich vlak voor mijn fiets over het fietspad uitstrekte:


De Toutenborg, herberg van Terheijl

Jammer dat sommige huisnamen alleen op kaarten en in archivalia te zien zijn en niet op of bij het pand zelf. Dit vrij onopvallende pand op de grens van Nietap en Roden heet bijvoorbeeld Toutenborg.

Het staat in het verlengde van de Toutenburgsingel, maar het is daar niet naar genoemd. Net als de singel ontleende het huis zijn naam aan de Toutenburg in Vollenhove, de woonplaats van de heer en mevrouw De Lille-Van Dedem voordat zij het in 1789 het geheel opgeknapte Huis Terheijl betrokken. Zij lieten de Toutenburgsingel aanleggen en moeten de Toutenborg hier destijds ook hebben neergezet. Het pand kreeg de functie van herberg.

In het Terheijlster Staatboek van 1806 wordt het zo beschreven:

Een herberg genaamd Toutenborg, gelegen tusschen de Nietap en Roden, bestaande in een behuizinge, schuur en stallingen voor eenige paarden, benevens de grond achter hetselve en aan de noordzijde is gelegen, midsgaders de bouwacker in de bos ten oosten en de weijderij in ’t Zulterveld, verhuurd in losse huure aan Hind[rik] Caspers jaarlijks voor ƒ 70,-…

Hindrik Caspers was nog tot mei 1814 de uitbater, steeds voor dezelfde huur. Dat bedrag vormde een bescheiden pachtsom, in aanmerking genomen dat herbergen in de stad Groningen meestal 100 à 200 gulden aan huur per jaar deden. Waarschijnlijk was de Toutenborg, zoals gebruikelijk op het platteland, ook meer een boerderij dan een herberg. Aan de noordkant werd er tot aan de Turfweg rogge en haver verbouwd op de zogenaamde Dobber-es en -kampen, verder had Hindrik nog de beschikking over bouwland dat ingeklemd lag tussen percelen van het Noordholt. Op een strook groenland tussen zijn huis en het Noordholt zullen wat melkkoeien hebben gelopen. Aan de andere kant van de weg lag de Zulterheide waarop zijn schapen graasden.

In 1806 waren dat zelfs merinoschapen, die bij opbod verkocht werden aan “liefhebbers van de schapeteelt en de wolverfijning”. Maar veel belangrijker waren de houtveilingen in herberg de Toutenborg, met name in 1810 en 1811.  In het eerste jaar ging het in november om “eene aanzienlijke kwantiteit eiken stamboomen, waaronder geschikt voor molenmakers, wagenmakers en scheepstimmerlieden”. Daarnaast betrof het percelen schilhout in de bossen en op de boerenplaatsen van Terheijl. In het voorjaar van 1811 kwam bovendien dennen-, elzen- en berkenhout onder de hamer, dat reeds gekapt klaarlag op de “cingels en plantagiën” van Huize Terheijl. Ook later dat jaar werden weer enorme partijen hout verkocht, het moet er een aanzienlijke kaalslag zijn geweest.  En steeds was kastelein Hindrik Caspers van de Toutenborg de man die je alles kon aanwijzen, als je gading op wat hout maakte.


Rondje Terheijl

ooo


Rondje Terheijl – Enumatil

Het Vagevuur, een pingoruïne, waarbij in 1626 een veldschansje kwam te liggen waaraan ze haar naam dankt:

Aangetaste boom die met een jaar of wat zo om te drukken is:

Kraaien in boom aan doodlopend pad:

Eindje verder aan hetzelfde pad:

Ook hier zijn de houtwallen niet meer wat ze geweest zijn:

Vroeger liep dit weggetje rond, een van de aanwonenden wilde meer privacy en heeft een hek over de weg gezet:

Bij de Schapenweg, hoek Scheperij hoorde ik het geklepper van ooievaars. Was niet te laat voor een foto, pa ooievaar ging eens takken scoren:

Bij Enumatil betrok de lucht:

(Foto’s van gistermiddag.)


Een bezoek aan het buitengoed Terheijl (1797)

J.F. Christ, Huis Terheijl, ca. 1840.

Willem de Lille (1750-1810, zie ook) was een succesvolle advocaat en  stadssecretaris van Steenwijk. Maar omdat hij zich ontpopte als een fanatiek patriot en zelfs optrad als commandant van een gewapend genootschap aldaar, kwam er in 1787 een eind aan zijn politieke carrière. Niettemin wist hij in 1789 een zeer goede partij te trouwen en dat nog wel in gemeenschap van goederen. Het ging om baronesse Johanna Sloet-Van Dedem, weduwe van de drost van Salland. Samen betrokken De Lille en zijn vrouw een jaar later de havezathe Terheijl, die zij van haar eerste man geërfd had. Het lang onbewoonde en dus vervallen huis was intussen onder De Lilles leiding grootscheeps gemoderniseerd. Terwijl het huis in 1786 ruim 50.000 gulden waard was, staken De Lille en zijn vrouw er nog eens ruim 80.000 gulden bij in. Geld dat overigens niet alleen in stenen ging zitten, want er kwam ook een fraaie Engelse landschapstuin om het huis heen, vermoedelijk een van de eerste in Drenthe.

Toen huis en park gereed waren, ging de ondernemende De Lille investeren in de ontginning van de bijbehorende heide- en veengronden, waarbij hij zich ontwikkelde tot een agrarisch deskundige. Hoe hij precies te werk ging, daar is weinig zicht op, maar eind mei 1797 bezocht de Groninger dokter Jacob van Geuns een boer met een maagzwaar op het buitengoed, en maakte er meteen maar een “plaisiertourtje” van. Van Geuns reed er over Leek heen met een fourgon of jachtwagentje. Het was een mooie dag en hij gaf zijn  ogen goed de kost. Dit schreef Van Geuns aan zijn vader in Utrecht over Willem de Lille en diens buitengoed:

Het is een vermaak om deeze plaats te zien, alwaar men zeer ruime gelegenheid heeft om op te merken wat ’s menschen vlijt en arbeid kan uitrigten. De streek en grond is zandig & heide. In 1787 was dit nog een oud vervallen heerenhuis, rondom in heyde gelegen. De Hr. de Lille die het voor een kleine somme gekogt had, liet het huis opmaken, en heeft er nu een zeer goed verblijf van gemaakt. Hij liet zich veel aan de landbouw gelegen liggen, heeft daar veel bosch aangelegt – dat reeds zeer weelig groeit – en reeds, zooals ik meen, 400 morgen goede bouwgrond, waaronder zelfs die garst en koolzaad geeven. 3 Boerderijen heeft hij reeds op zijn goed, welke volgens zijn opgave en raad de landbouw doen op de ontgonnene gronden. Deeze boeren gaat het zeer wel: van jaar tot jaar gaat hij voort met woest land te verbeeteren en zijn voorneemen is van tijd tot tijd hiermeede aan te houden, en zoo spoedig hij weer een goede lap gronds klaar heeft, er weer een boerderij op te zetten. Hij ploegt met zwaare ossen; mest verschaft hij zich verreweg meest door plaggen, planten &c. 1 of 2 jaar te laaten rotten; hij zaait volgens de nieuwe methode, zoo dat de ½ van het land altijd vrij is, dat dan een ander jaar gebruikt word. Zijn vrouw is een Overijsselsche adelijke dame, een zuster van onze ambassadeur Van Dedem – het speet mij dat ik ’s middags voort na den eeten vertrekken moest…

Bronnen, buiten de gelinkte:

  • J. Bos e.a. (red), Huizen van stand (Meppel/Amsterdam 1989) 432-434
  • Utrechts Archief, Tg. 814 (familiearchief Van Geuns) inv.nr. 10: brieven van Jacob van Geuns aan zijn vader Matthias van Geuns, die van 27 mei 1797.

Winters rondje Terheijl

Groepje jongeren, schaatsend op een slenk in de Onlanden:

Drinkbak bij Roderwolde met een dichtgesneeuwd koeienpaadje erheen::

Roderwolder Schipsloot:

Foxwolde?

Leutingewolde:

Hoek Toutenburgsingel bij de Santeeweg:

Terheijl, bij de Scheperij;

Blok ijs uit drinkbak aan zandweg binnendoor:

Terheijl, bij de Scheperij in het veld:

Binnenkort in dit theater:

Het boerderijtje middenin het veld waar mijn oudtante Gerkje Kroeze en haar man Jan Albert Postema van ongeveer 1937 tot zeker haar vroegtijdig overlijden in 1963 hebben gewoond:

Destijds had je nog niet zulke stoppels van mais, ’s zomers zit je er nu nogal ingesloten, lijkt me:

Bij Nienoord:

Het Lettelberterdiep:

Het pontje van de Poffert, ingevroren:

Vanaf Leek kan je over het Leeksterhoofddiep of het Leekstermeer en de Munnikevaart redelijk veilig tot De Poffert komen en dan over het Hoendiep naar Enumatil. Aan de oostkant van de DePoffert zit een grooy vogelwak en bij de suikerfabriek op Vierverlaten is het ijs kapotgevaren of tamelijk dun. Vanaf de stad kan je in elk geval geen Leekstertak gaan halen:


Rondje Terheijl

Overal vrij veel water op het land. Roderwolde:

Hout te koop, Leutingewolde:

Baggelveld, Terheijl:

Midwolde vanaf een plek bij de Hoedekast in de buurt:

Het lijkt wel of die toren steeds verder overhangt:

Bij de Kerkweg tussen Oostwold en Oostwolmerdraai:

Bij het Hoendiep vertoonde zich een bui in de vorm van een varken:

Aduarderdiep met vergistingstanks van de suikerfabriek bij Vierverlaten:


Rondje Terheijl – Tolbert

Bij de  Gouwe:

Tussen Leutingewolde en Nietap:

Baggelveld, Terheijl:

Aan de andere kant van de weg bij een nieuwbouwproject een stapel rode bakstenen met aTerheijl erin gebakken::

Nat stoppelveld op de Zandhoogte:

Een flinke border met herfsttijloos, Midwolde:

Wat dichterbij:

Vierverlaten tegen vijven:


Rondje Terheijl

Ree of opgang boerderij bij Lettelbert voorlopig alleen passabel met fietsen:

We houden je in de gaten.

Gerestaureerde boerderij bij het Lettelberterdiep:

Oude schuur bij doodlopend zijweggetje van Oostindië:

Min of meer het uitzicht van een huis dat te koop staat bij de Langewijk:

Vlakbij Nieuw-Roden:

Bouwval Terheijlsterweg:

Tussen Leek en Roderwolde – op fietse noar stad:


Tourtje Terheijl – Tolbert – Boerakker – Enumatil

Krachtmeting van twee Belted Galloway-stiertjes bij de Langmadijk, Peizermade:
2015-08-01 007
Een grote kudde wit vleesvee, samengebracht op een vrij klein perceel nabij Roderwolde:
2015-08-01 018
Bij Nietap in de buurt:
2015-08-01 025
Onaangedaan staart hij in de verte – hij is oneindig veel gevaarlijker, maar ook oneindig veel kalmer dan bovenstaande stiertjes van boer Luinge. Je zou er bijna een wet in zien – hoe gevaarlijker de hoorns, hoe kalmer de stier:
2015-08-01 028
Het Vagevuur, een pingoruïne bij Terheijl:
2015-08-01 032
Fredewalda, de historische vereniging van Tolbert, heeft haar dorpsmaquette van Tolbert naar de situatie van 1925 weer opgesteld, maar nu in boerderij Cazemier, die tevens fungeert als oudheidkamer:
2015-08-01 038
Er hingen schilderijen van Jan Hazenberg, een  gepensioneerde boer die eerst foto’s neemt en die dan naschildert. Hoewel ik een beetje sceptisch over deze werkwijze ben, heeft zijn werk soms toch wel wat. Het bekende scheepswerfje bij De Poffert:
2015-08-01 043
Het oudste (ca. 1920) van een serie telefoontoestellen uit een particuliere collectie:
2015-08-01 048
De geredde grafpaal van een jongetje Cazemier dat in 1876 op achtjarige leeftijd overleed:
2015-08-01 051
Radiotoestellen, voornamelijk uit de Wederopbouwjaren. Midden onder luidsprekers en een zenderkeuzeknop van een draadomroep:
2015-08-01 055
Schuur bij het Schilligepad:
2015-08-01 063
Bij de Dijkweg tussen Boerakker en Oldekerk een Vlaamse Gaai:
2015-08-01 064
Hij had net een lekkere vette vlieg gevangen:
2015-08-01 065
Ook bij de Dijkweg – ondersteboven parende soldaatjes op een zwiepende grashalm, een derde exemplaar zit op het vinkentouw:
2015-08-01 084
Suffolk-schapen bij de Mensumaweg:
2015-08-01 089
Grazen in het gelid:
2015-08-01 092
China?-ganger keert behouden terug in Niekerk en kan weer bier gaan drinken met zijn vrienden:
2015-08-01 098
Wilde bloemenberm bij het Hoge Voetpad, oostkant Niekerk:
2015-08-01 102
Tante Til toont op haar terras in Enumatil haar nieuwste aanwinst, een theepot waarvan het middendeel gemodelleerd is naar een fornuis:
2015-08-01 107
Nu wat dichterbij – uit het ding kwam ook nog muziek, te weten Try to remember, zo u wilt Zomer in Zeeland. Naar het verband met de culinaire vormgeving wordt nog gezocht:
2015-08-01 110
Bij de Zuiderweg tussen Enumatil en Zuidhorn drie ooievaars (en buiten beeld nog een stel) – in deze omgeving had ik ze nog niet eerder gezien:
2015-08-01 112
Langs het fietspad naar Den Horn veel kaardebollen met hommels:
2015-08-01 118
Boven het fietspad twee om elkaar heen cirkelende buizerds, beide in de rui gezien hun verfomfaaide staat
2015-08-01 131
Klauterende Nubische  geitjes langs het Aduarderdiep:
2015-08-01 135


Rondje Roden – Midwolde – Lettelbert

Mooi weer gistermiddag. De Onlanden boden bij het Waal (onder Roderwolde) een soort van prairiebeeld:

Verdekt opgestelde fazantenhaan, die even later op de wieken zou gaan:

De Waalborg bij Roderwolde voor een moment of wat mooi uitgelicht. Je kunt van deze kant ook goed zien dat het voorhuis en het voorste deel van de schuur op een podium staan:

Aan de voorkant is enig geboomte verwijderd, zodat je er nu vrij zicht op hebt – aan deze zuidoostkant uit de westen- en noordenwind zou een kleine wijngaard het ook wel goed doen (Chateau Waalborg):

Leutingewolde – eikenwal, slootje, bloemenberm:

Dobbe bij het westeind van Leutingewolde. Viel deze dobbe in vorige zomers nog wel eens droog, bij een volgend weiland is er nu een kleinere dobbe bijgekomen:

Van dit huis tegenover de Turfweg aan de JP Santeeweg of N372 vermoed ik dat het ooit een café, kroeg of tapperij is geweest (vanwege de vier ramen aan de straatkant en de doorrid in de schuur):

Bij de voormalige herberg Toutenborg, even verder in de richting van Roden op De Zulthe en eveneens met doorrid, waren er zo te zien enige werkzaamheden aan de gang. Helaas leek er niemand thuis:

Siesta del toro.

In het volle, lage licht bleek weer eens hoe afzichtelijk lelijk die kale westelijke muur van de Lettelberter kerk is. Terwijl je de iconenschilder die de kerk als atelier huurt, die muur misschien ook zou kunnen laten verfraaien:

Terwijl ik daar stond te kieken, begon het te druppen en kwam er een regenboog tevoorschijn:

De bui dreef naar het noorden af. Het Hoendiep vanaf De Poffert:


Ezeltje neemt zandbad

Op een erf bij het Blauw, tussen Zevenhuizen en Terheijl, wentelt een ezelsveulen zich in het losse zand en stof:

De vier poten omhoog en maar rollebollen:

En dat meermalen, om op gezette tijden even tot bezinning te komen:

Met een oogje op de passerende fotograaf:


Rondje Roden – Leek – Lettelbert

Onlanden – versleten dagpauwoog op Jacobskruiskruid:

Stenig rommelhoekje met kamille, op de achtergrond de Hooiweg naar Roderwolde:

Ruig slootje in pasgemaaid hooiland, Roderwolde:

De rogge, bijna maairijp:

Aan de andere kant van de Hooiweg zochten de koeien de schaduw al op (ca, 2 uur):

Foxwolde – opgesplitst graasfront:

Bloeiend aardappelveld bij de Drentse Wijk, Terheijl:

Een ontwerper van Jugendstil lampekapjes heeft goed naar deze bloempjens gekeken:

Blauwtje in de tuin van Nienoord, de eerste die ik ooit goed voor de lens kreeg:

On hetzelfde perk deze distels:

Bij de uitgestorven Lettelberterplas:

Ouwe dwars geplaatste paardenstal, te zien vanaf een dijkje bij die plas:

v


Rondje Roderwolde-Leutingewolde-Lettelbert

Bekroning kunstwerk op rotonde Johan van Zwedenlaan-Zuiderweg, Hoogkerk. Ik zie er iets hersenachtigs in, maar het kan ook een boom zijn:

Een jaar of wat geleden werden in de Onlanden bij Roderwolde deze bomen gekapt. Vraag me af wat de bedoeling nu is:

De kerk stond open. Ik vroeg me af waar ik mijn tabakspruim laten moest:

Het is een vrij eenvoudige kerk, die dateert van, even uit mijn hoofd, ca, 1830, maar die stroken gekleurd glas voor de ramen hebben wel wat. Die aan de ene kant:

En die aan de andere:

Primitieve triptiek:

Leutingewolde:

Hekje bij de Baggelhof, Terheijl:

Op Oostindië achter Leek – daar kwam het al verwachte schip met zure appels aan:

Ik kon de bui nog redelijk voorblijven – zo zag hij er vanaf het Lettelberterdiep uit:

Bij het Smulhuis in Hoogkerk vielen nog wat druppels, maar veel stelde het niet voor:

(Foto’s van gistermiddeg.)


Rondje Haulerwijk

Bij Steenbergen of Een in de buurt:

Doel van het reisje: het graf van mijn jaargenoot Wiebe Bergsma, dat ik laatst niet kon vinden op de onverwacht omvangrijke begraafplaats van Haulerwijk. Met aanwijzingen van de administrateur-beheerder kwam ik er nu wel bij uit. Wiebe, een encyclopedische geest, ging zes jaar geleden definitief ten onder aan de drank. Omdat hij van huis uit gereformeerd was, had ik geen kruis verwacht. Het hout lijkt te verwijzen naar zijn arbeiderskomaf – arbeiders hadden nogal eens houten palen op hun graf staan, voor 1920:

Boomgaard bij Bakkeveen:

Piekfijn opgeknapte boerenschuur, waarschijnlijk een groepsonderkomen van het schuin er tegenover staande Natuurvriendenhuis van de NIVON in Allardsoog:

Dezelfde schuur, maar dan van opzij:

Art déco tuinhekjes in Zevenhuizen. Het achterliggende, vervallen pand zou een koffieshop worden, maar dat zien veel Zevenhuisters niet zitten:

Kleine wijngaard op ’t Blauw tussen Zevenhuizen en Oostindië:

Wakende buizerd, Oostindië:

Hyacintachtig ruikende bloem bij de ingang van de Baggelhof, Terheijl:

Baltsende witjes, ook op de Baggelhof:

En een atalanta – ik denk de eerste die ik dit seizoen zag:

De beeldbepalende veranda in Nietap, die mogelijk verdwijnen gaat: