Blanke boeman was voorganger van Zwarte Piet

1536_4777blog1

Groninger Archieven 1536-4777: reclame J.H. van de Weijer.

In de geschiedenis van Zwarte Piet, voor zover nu bekend, zijn vier stadia te onderkennen:

  1. In de late Middeleeuwen werd de Sint Nicolaasviering een kinderfeest met cadeautjes en correcties, koek en gard.
  2. Eeuwenlang opereerde Sinterklaas in zijn eentje als kindervriend en boeman, maar in de achttiende eeuw kreeg hij gezelschap van een knecht. Hoe die helper eruit zag, is tot nog toe onbekend.
  3. Vanaf het tweede kwart van de negentiende eeuw werd de knecht zwart. Hij nam – tegelijkertijd of al eerder – de boemantaken van de Goedheiligman over.
  4. Na de nationalisering en commercialisering van het Sinterklaasfeest, zo tussen 1870 en 1920, raakte de figuur alom ingeburgerd ten koste van vroegere helpers van Sinterklaas, die nog zeer verschillende namen droegen.

Over de stadia 1, 3 en 4 heb ik weinig nieuws te melden.  Wat betreft het tweede stadium echter, waarin de knecht van Sinterklaas nogal slecht uit de verf kwam, vond ik jaren geleden een beschrijving  in het  allereerste nummer, uit 1797, van het Weekblad voor den zoo genaamden Gemeenen Man. Dit was een uitgave van het Nut in Groningen en volgens de later bijgevoegde inhoudsopgave in het deel dat de afleveringen samenbindt, werd het bewuste artikel geschreven door Mattheus van Heyningen Bosch, dan nog een zeer verlichte en patriotse student die zich ook wel Burgerhart noemde.  Later kreeg Van Heyningen Bosch nationale en zelfs internationale bekendheid als schrijver van kinderboeken, maar ook in zijn vroegste schrijfsels had hij al pedagogische aspiraties, wat ook blijkt uit zijn openingsstuk in het Weekblad voor den zoo genaamden Gemeenen Man.

In dat artikel verzet Van Heyningen Bosch zich tegen de zijns insziens “zeer wreedaartge” bangmakerij van kinderen door verklede en vemomde figuren,  vooral met Sinterklaas. Hij vertelt daarbij over een traumatische ervaring die hij zelf als kind had. Omdat hij in 1773 geboren was, en uit zijn tekst blijkt dat hij al wat Sinterklaasvieringen had meegemaakt, kunnen we die ervaring dateren op omstreeks 1780. Dit is zijn relaas:

“Eens bragt ik, met myne zuster, naar oudere gewoonte, op een Sint Niklaas avond een schotel by onze Grootmoeder. Wat gebeurt? Nauwelyks waren wy in den woonkelder, welke eenige trappen diep in den grond is, gezeeten, of daar wierd een geraas, als van iemand welke zeer zwaar stapt, boven in het voorhuis gehoord. – Dat geraas naderde meer en meer – Daar kwam iets klos, klos, klos met een verward gerinkel, als van yseren ketenen, en een angstig gebrom de trappen afstommelen. Nog heden ril ik er van. Eindelyk wy allen zagen verwonderd naar de deur en nu trad er iets in, dat meer de gedaante had van een monsterdier dan van een mensch. Het spook, beter weet ik het niet te noemen, had zoo veel wy zien konden eene koehuid omgeslagen, zoodat de hoornen vlak boven het gezicht kwamen, dat achter een yselyke scherbilskop of mombakkes verborgen was, en de staart kronkelde achter aan. ’t Geklos van de zwaare houten klompen, welke hetzelve  om de voeten droeg, gevoegd by het gerinkel der ketenen, om het midden geslagen en op den grond sleepende,  alles saam genomen gaf zulk een vreeslyk geraas en aanzien, als ik voor of na nimmer weer gezien heb. Hooren en zien verging ons allen. Het ondier ging langs den muur het vertrek rond, trad toen by de tafel in ’t licht, en vroeg met een holle stem: Zyn hier ook stoute kinderen? – Wy kleinen gaven een gil en vielen meer dood dan leevendig, mag ik wel zeggen, onze moeder en Grootmoeder op den schoot, die beiden, evenals wy, ook doodlyk ontsteld waren. Het monster vertrok gelyk het gekoomen was  en dit had, om kort te gaan, ten  gevolge, dat wy dien nacht geen ogenblik rust hadden. De eerstvolgenden waren niet veel beter en van toen af hebben wy, als kinderen, nimmer weer alleen durven slaapen. Veele jaren bleef ons, als wy aan dat geval dachten, een benaauwde beklemdheid by, en nu nog, zoo als ik reeds zeide, kan ik er koud van worden.”

Kortom, een zeer luidruchtige boeman met koeienhoorns, –huid en -staart, met een mombakkes op zijn gezicht, zware kettingen  om zijn lijf, en lopend op klompen, ging in Groningen (waar de auteur opgroeide) vooraf aan de verschijning van Zwarte Piet.  Deze boeman was niet zwart, anders zou Van Heyningen Bosch dat zeker gezegd hebben. Weliswaar noemt hij in zijn stuk ook “den zwarten man met den langen baard”, maar dat was een boeman die ouders uitdrukkelijk “by andere gelegenheden” van stal haalden om indruk te maken op hun ongehoorzame kroost.

Van het “monsterdier” of  het “spook”, zoals Van Heyningen Bosch de kinderschrik met Sinterklaas dus noemde, is helaas geen contemporaine afbeelding  bekend. Maar als er vanaf 1846 vignetjes bij de Sinterklaas-advertenties in de Groninger Courant verschijnen:

GrC 30.11.1849 a

Groninger Courant 30 november 1849

herkennen we hem nog aan zijn klompen:

GrC 30.11.1849 b

Als tekens van zijn waardigheid draagt hij een mand met presentjes (zoals een molentje) en een roe. Maar zijn mombakkes of gezicht – een verschil kan je hier niet zien – is overduidelijk wit.

Uit 1849 is toevallig ook een strooibiljet voor Sinterklaas-artikelen van een Groninger boekhandelaar bewaard gebleven:

1536_4777blognu echt

Groninger Archieven 1536-4777 reclame J.H. van de Weijer

(Zie tevens bovenaan dit stuk.) In dit geval heeft de figuur nog steeds klompen aan, maar lijkt zijn kleding meer op die van de latere Zwarte Piet. In plaats van de roe zien we een soort van staf. Maar het alleropmerkelijkst is toch zijn gezicht, dat sterk doet denken aan een mombakkes, en ontegenzeggelijk blank is.

Onze huidige Zwarte Piet verving dus een blanke boeman. Wat de reden was voor de substitutie weten we niet, maar het zou best eens zo kunnen zijn dat verlichte geesten, die hun kinderen pedagogisch verantwoord wilden opvoeden, de figuur een zachter aanzien wilden verschaffen, door hem de trekken te geven van de aloude moorse page die ze kenden van schilderijen.

De hele Zwarte Piet-historie toont weer eens aan, hoe sterk bepaalde tradities, die we bijna als een vast gegeven zijn gaan beschouwen, aan veranderingen onderhevig zijn geweest. De dynamiek hoort bij de traditie, en gezien dat feit mogen ook wij best wel veranderingen in de traditie doorvoeren.  Niet wij zijn onderworpen aan de traditie, maar de traditie is onderworpen aan ons.

NB: nog tot 6 december is in de hal van de Groninger Archieven, Cascadeplein 4, een presentatie te zien van historische prenten, foto’s, teksten en tekeningen die te maken hebben met de sinterklaasviering in Groningen.


16 reacties on “Blanke boeman was voorganger van Zwarte Piet”

  1. Max Dohle schreef:

    Hoe weet je dat deze stafdrager hulp is van de sint? Staat dat ergens vermeld?

    • groninganus schreef:

      Het briefje geeft aan: Aankomst Sint Nicolaas. Dus heeft defiguur daarmee te maken, is ermee geassocieerd. Verder zijn er de eerder genoemde klompen, en het gezicht dat op het eerder genoemde masker lijkt. Bovendien heeft het helemaal geen zin om een totaal onbekende, non-descripte figuur op zo’n strooibiljet te zetten.

      • teddy1975 schreef:

        Maar waarom wordt aangenomen dat dit een hulp van de sinterklaas in plaats van de sinterklaas zelf moet voorstellen?

        • groninganus schreef:

          Dat ligt vrij voor de hand: deze figuur heeft de klompen van de boeman uit 1797 en de molensteenkraag, het wambuis en de nauwsluitende broek van de latere Piet. Sinterklaas daarentegen, is door alle tijden heen met mijter en tabberd afgebeeld.

  2. groninganus schreef:

    Nog even over de staf:

    Per mail bereikte me de opmerking, dat in Oost-Friesland de Sinterklaas (St. Nikolaus) nooit een zwarte man als helper bij zich had, maar altijd een wat oudere man als boeman en uitvoerder van koek en gard. Deze Ruprecht droeg een stok of staf, de zogenaamde “Rute”.
    Zie bijv. ook:
    http://en.wikipedia.org/wiki/Knecht_Ruprecht

    Ik hoef niet te vertellen hoeveel culturele overlap er was tussen Oost-Friesland en Groningen, zeker voor 1850. De Groninger boeman zou dus nogal wat trekken kunnen hebben van de Oost-Friese Ruprecht.

  3. Max Dohle schreef:

    Hij ziet er meer uit als een tamboermeester die voor de stoet uitgaat. Zou dat ook kunnen?

    • groninganus schreef:

      Nee: want hij heeft klompen, lang haar (wat toen geen mode was) en zijn gezicht is zo wit als een mombakkes, als het niet werkelijk een mombakkes is. Een tambour-maitre bestond in Groningen destijds alleen bij de schutterij en schutters droegen een semi-miilitair uniform, waar de getoonde retro-kledij niet op lijkt.

      • Raymon Middelbos schreef:

        Toch hoeft het niet perse een helper van Sinterklaas te zijn. Op filmbeelden uit de jaren dertig die onlangs vertoond werden op Joop.nl was te zien hoe de Sint slechts door één Zwarte Piet werd begeleid en tientallen anderen in een op ZW gelijkend tenue, maar niet geschminkt. Volgens een reageerder heetten deze de Zwarte Knechten. (Hoewel ze dus niet zwart geschminkt zijn en zijn ze een zinnebeeld van de Zwitserse Garde. Het kan best zijn dat de aankomst van sinterklaas in 1849 met meerdere figuren werd geassocieerd. In de docu van AJ Scheer komen immers ook verschillende figuren samen in beeld die wij juist kennen van het Amerikaanse Halloween.

        Wie weet houdt deze “Zwitserse Garde” toch ergens nog verband met de schutterij ook. De Groninger Archieven hebben een filmpje uit de jaren ’30 van de aankomst van de Sint op het Groningse station. Naast Zwarte Piet zijn daar een aantal blanken te zien die de Sint begeleiden en ook een traditioneel uniform met hoed dragen. Ik vermoedde er de notabelen van de stad in, maar wie weet stelt het wel een schutterij voor.

        Overigens houdt historica Esther Schreuder een blog bij over de verbeelding van “Blacks” in de Westerse/Europese kunst. Als ik het goed begrepen heb, konden deze donkere pages of hoe ze ook te noemen, ook aangetroffen worden bij intochten als verkondiger van de wereldlijke macht.

        Tot slot, lang haar was toen niet bepaald mode. Maar absurd grote bakkebaarden (side-burns) weer wel… 🙂

  4. Rene schreef:

    Die beschrijving uit 1780 doet denken aan Krampus, die (ook nu nog) de helper van Sinterklaas is in Oostenrijk en omringende landen/gebieden.
    Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Krampus

    • groninganus schreef:

      Dank voor die tip! Inderdaad is de gelijkenis frappant. Op de Waddeneilanden liepen ook dergelijke schrikaanjagende figuren rond:
      http://nl.wikipedia.org/wiki/Ouwe_Sunderklaas

      • Raymon Middelbos schreef:

        Als deze materie nieuw voor je mocht zijn, dan is het wel aardig om de mini-docu van Arnold-Jan Scheer te bekijken. Scheer heeft 10 jaar lang op verschillende locaties in Europa filmbeelden gemaakt van de duivelse figuur. Ook noemt hij voorbeelden in Azië en Perzië. (Van Marokko is ook een voorbeeld bekend, overigens. Volgens mij staat daar een artikel over op Joop.nl).

        http://youtu.be/vx1ptSLzJws voor de docu van Scheer. In dit verband valt er ook te wijzen op het boek Phyllis Siefker, Santa Claus, last of the wild men: the origins and evolution of Saint Nicholas, spanning 50.000 years (Jefferson: McFarland & Co. 1997) dat via GoogleBooks valt in te zien. Siefker weet overigens ook de Historische Mythe te ontkrachten dat Santa in de VS door Nederlanders werd geïntroduceerd.

        Thuis heb ik: Lidy Noordstar, De drie dwazen uit het westen: feiten, fabels en andere wetenswaardigheden over harlekijn, nar en clown (Amsterdam: Rodopi 1978). Hierin staan afbeeldingen en beschrijvingen. Er staan afbeeldingen in van (gemaskerde) toneelfiguren die doen denken aan de hedendaagse versie van Zwarte Piet. Vooral harlekijn en nar vertonen geregeld dergelijke overeenkomsten. Interessant is ook dat harlekijn (met hoofdletter) in de vroege en volle middeleeuwen een aanduiding was voor Wodan. En nou ja, de associatie Sinterklaas/Wodan is een bekende.

        Ook vind ik het opvallend dat de witte figuur bij de aankomst van Sinterklaas hierboven trekken heeft van een joker. En de joker, aldus Wikipedia, wordt vaak afgebeeld als nar. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Joker_%28kaartspel%29). Het is trouwens maar de vraag of zijn gezicht witgemaakt is of een blanke huidskleur moet voorstellen.

  5. Raymon Middelbos schreef:

    Eigenlijk heb ik iets nog niet helemaal helder. Juist de combinatie van de Sinterklaas-aankomst met de kledij en attributen doen ons naar het gelaat van de figuur kijken. Die in dit geval wit is of blank. Maar niet zwart, in elk geval.

    Ik heb afbeeldingen van narren van de voorbije eeuwen bekeken en ik zag geen gestileerde narren met puisten/pikkels in het gelaat. Zelfs bij Jeroen Bosch niet.

    Nu was J.H. van de Weijer niet alleen uitgever, maar ook (steen)drukker. Ook portretstukken die eerst getekend werden werden. Wij letten op de term Sinterklaas en de afbeelding. Maar J.H. van de Weijer had duidelijk een ander belang: hij brengt zijn nering aan als goede waar om aan te schaffen in de Sinterklaasperiode.

    En omdat we uit filmbeelden weten dat in elk geval een tijd bestaan heeft dat blanke mannen zonder masker/schmink de sint begeleiden… zou dit niet eens het gezicht kunnen zijn van J.H. van de Weijer zelf? Al dan niet de toen gangbare bakkebaarden? Bakkebaarden waren toen gangbaar. De puisten in het gelaat kunnen duiden op het verbeelden van een bestaand gezicht (want atypisch) en J.H. van de Weijer had de mogelijkheden zichzelf te laten vangen in een dergelijk portret. Bovendien maakt hij reclame voor zichzelf. Ik acht de kans extra groot als (net als in de 20e eeuw) blanke mannen ongeschminkt verkleed gingen tijdens sinterklaas in een voor ons moeilijk te duiden rol helaas.

    Het zou interessant zijn als er een portret van J.H. van de Weijer bewaard is gebleven in de Groninger Archieven of elders.

  6. Dwarsbongel schreef:

    Ik zag vandaag je naam op Teletekst van RTV-Noord in een artikeltje hierover! Interessant in het kader van de opgelaaide discussie.
    Ben zelf ooit ook een paar keer Zwarte Piet geweest, maar ondanks mijn betrekkelijk geringe bekendheid in dat dorp was er toch een leerling die me herkende, ondanks dat ik geacht wordt in gewone doen “wit” te zijn…

  7. Remco schreef:

    Oud nieuws hier maar toch nog maar even… Het zal geen kwaad doen om Teenstra’s “Kinderspelen” er nog eens op na te slaan, vanaf blz 221:

    St. Nicolaas stelt men in Duitschland ook voor als rijdende op een wit paard in een dikken winterpels, waarnaar men hem ook Pelznikkel noemt. Elders beelt men hem af, als loopende op groote houten klompen, gevuld met stroo, een ruim kamizool met groote zakken, vol lekkers en kinderspeelgoed (…) hebbende een hoed met vederen op de hoofd, welke vermomd persoon ook Bullebak (Popanz) genoemd wordt. Weder anderen geven hem echter een meer deftig bisschops gewaad (…).
    En blz 225: Wat zot figuur en dwaze voorstelling is er in verloop van eeuwen niet van den braven en eerwaarden bisschop sint Nicolaas door geestelijken en schooljongens, groote en kleine kinderen geworden? Een reizende Hansworst te paard of op klompen, een vervaarlijk spook met rammelende kettingen in de schoorsteen, om de kinderen bang te maken.

    Het lijkt me dus dat men *of* de Bisschop kreeg, *of* de boeman; niet de Bisschop met de boeman als knecht. Als ik met Teenstra meega (en als mede-Ulrummer en niet-Cocksiaan…) dan zijn deze prenten, zowel de kleine als de grote, dus wel degelijk van Sinterklaas zelf!

    Ik hoor graag een reactie…


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.