Butje, van Groninger komaf

“Wat een sneu budje ben jij”, schreef DoovenJabik gisteren op de DvhN-ste: “Gaat heen en vermenigvuldig je vooral niet”. Door de manier waarop de Dagblad-reaguurder dat butje opschreef, lijkt het wel alsof hij het woord voor een vernederlandsing van het Engelse buddy houdt. Op Myspace zou hij zich er de woede van Butje (20, female) mee op de hals halen. In een discussie bij haar profiel riep zij eens uit: “Het is BuTje met een T – je schrijft toch ook geen kuDje met een D!”

Mensen spellen butje niet consequent met een t, en blijkbaar kennen niet alle jongeren het woord. Maar in tegenstelling tot wat sommige Groningse ouderen menen, is het woord butje allang niet zuiver plaatselijk meer, want een grotere groep jongeren door heel Nederland bekend. Ook in dezelfde betekenis als het woord in de stad Groningen heeft: die van een slome en domme persoon.

Onlang kreeg het jongerengebruik van butje weer een impuls door de rap-pastiche van De Huilende Rappers, een formatie uit Groningen. Hun ‘Butje’ schijnt enigszins een cult-status te hebben verworven. “Vergeet De Jeugd Van Tegenwoordig”, luidt een oordeel op het forum van Fok.: “Hier zijn De Huilende Rappers. Woord. Minstens net zo waus.” Dit jaar zingen alle eerstejaars van de Delftse katholieke studentenvereniging Virgiel het nummer. En er is zelfs al een speedshift van.

Maar butje is zeker al twintig jaar jongerentaal. “Het is gesignaleerd in diverse publikaties over de taal van de jongeren in heel Nederland”, schreef Siemon Reker, nu hoogleraar Gronings, in 1992 al in de NRC. Reker nam het woord op in een grote taalenquête en concludeerde toen: “Butje’ is bij de jongeren bekend, zij het niet als dialectisch woord.” Dat het woord uit het stad-Gronings sluipend overging in jongerentaal verwonderde hem allerminst: “Jongerentaal bestaat voor een groot deel uit ‘negativa’ en een studentenstad als Groningen kan extra makkelijk als exportcentrum juist voor zo’n woord fungeren.” Op een congres van een jaar later zou hij het wat stelliger zeggen: “Mede doordat Groningen een universiteitsstad is vanwaar veel jongeren weer over het land uitzwermen, is butje een landelijk scheldwoord geworden.”

Waar het woord vandaan kwam wist Reker ook. “De achtergrond is heel eenvoudig deze: in 1914 is in Groningen een school voor zwakzinnige leerlingen opgericht, gevestigd aan ’t Klooster, een doodlopend straatje dat uitkomt op de Butjesstraat. Door de ligging ging de naam van de straat in de volksmond gedeeltelijk op in die van de school en als gevolg daar weer van kon de ‘Butjesschoule’ geinterpreteerd worden als “school voor/van butjes”. Uiteraard ging er enige tijd over de inburgering van van de term heen, vandaar dat Reker bij zijn alleroudste respondenten, geboren voor zeg 1920, het woord niet aantrof, terwijl jongere generaties het wel kenden en bezigden.

De stadjers die het woord gebruikten waren zich ook wel bewust van de samenhang tussen butje als scheldwoord en de Bekenkampschool (BLO en LOM) in de Butjesstraat. Jean-Paul Franssens, toen 65, herinnerde zich in een Volkskrant-interview (2003) hoe hij na een jaar van lagere school wisselde:

“Een jaar zat ik op een katholieke jongensschool in de Butjesstraat. Je had daar ook een andere school, voor kinderen die niet goed snik waren, daar zat ik niet op. Toen mijn moeder hoorde dat zij niet in de hemel zou komen, want zij was niet rooms, zei ze: ‘Dan neem ik mijn kinderen meteen van school en mee naar de hel, want ik hou van ze.’ ‘Ik ging met mijn vriend Jan mee naar de protestantse school. Daar trof ik meester Nuyen (…). ‘Zo’, zegt meester Nuyen, ‘waar is die school waar uw jongen vandaan komt?’ ‘In de Butjesstraat’, antwoordt mijn moeder. ‘Maar mevrouw, wij nemen hier geen Butjes aan!’ Als je een Butje was, betekende dat dat je een halvegare was. ‘Nee’, riep ik verschrikt, ‘ik ben geen Butje!’. O, dan was het goed.”

De Butjes heetten naar hun school, zoals de school naar de straat vernoemd werd. Maar waarom heette die straat dan Butjesstraat? Ook daarover had Reker een idee, dat hij ontvouwde op de Tweede Nederlandse Dialectendag in 1993. Volgens hem kwam butje van het laat-middeleeuwse muntje butke of botke (bekend van het botje bij botje leggen). Volgens de Wikipedia echter heeft de naam te maken met een familie Butken, en die stelling vindt steun in een straatnamengids, die hopelijk niet al te lang meer van het web blijf. Over de Butjesstraat zegt die gids:

“Genoemd naar het geslacht Butken (vermeld 1454) dat hoekpand met O. Ebbingestraat bewoonde.”

In Folkert Bakkers’ boek over de bedelorden en begijnen in de stad Groningen (1988) wordt deze familie inderdaad genoemd, zij het als Butkens. Er bleven zelfs meerdere stukken van het geslacht met gemelde woonplaats in de archieven bewaard, zodat ik op dit punt Reker in het ongelijk moet stellen.

Toch aardig dat een uitgestorven middeleeuwse familie nog in jongerentaal voortleeft. Maar of ze er trots op zou zijn?


16 reacties on “Butje, van Groninger komaf”

  1. catthy schreef:

    In mijn jeugd was het woord al het ergste scheldwoord dat maar te bedenken was. Het werd dan ook regelmatig gebruikt in de straatruzies tussen groepen kinderen. En dan praten we over de vijftiger jaren. Alleen de oorsprong, vanwege die school die was destijds echt niet bij ons kinderen bekend.

  2. Veerle schreef:

    ik kende het hele woord niet! maar nu is het helemaal duidelijk 🙂

  3. kor feringa schreef:

    Harry,

    Reker heeft ook gelijk: een butje of kromsteert was een Groninger munt ter waarde van 1/2 stuiver.
    De Butjesstraat is evenwel niet genoemd naar het muntje, maar naar een familie Butken.

    Kor.

  4. glas schreef:

    Weer een goed informatief stuk, leuk om te lezen voor iemand die zelf in de Butjesbuurt woont.

  5. Catharina schreef:

    Omdat “butje” een van mijn lievelingsdialectwoorden is, tik ik het stukje over de Butjesstraat uit “Wandelingen door het oude Groningen” van Mr. J.A. Feith (oudoom Jan was stadsarchivaris)hier even over. Verschenen tussen 1891 en 1901.
    “De Butjesstraat heet in de 15e eeuwsche stukken altijd Butkensstraat. Butken komt als eigennaam voor in de lijst der leden van het brouwersgilde in de 15e eeuw. Doch meer bekend is butteken of butje als de naam van een Groninger muntstuk ter waarde van p.m. zeven centen, waarmede reeds in 1424 en volgende jaren veel werd gerekend. Een Groninger butken of butje is volgens onzen beroemden muntkenner van der Chijs hetzelfde als een Hollandsch botje, de verkorting van boddrager. Het verband tusschen den straatnaam en het muntstuk is daarmede echter nog niet aangetoond.
    Van de Kleine Butjesstraat weten wij, dat deze straat gezamenlijk door het Olde convent en eenige aanliggende eigenaren “van wt Butkenstrate voert nordwert ten stadtmuren” in 1472 is aangelegd. Van lateren tijd is de naam Pausgang, vroeger Butjesgang geheeten.”

  6. Gelkinghe schreef:

    @Catharina,
    Geweldige aanvulling. Bedankt!

  7. Jan K. schreef:

    Tot nu toe kende ik ‘het butje’ alleen als het kleine houten balletje in het petanque, waar de metalen boules zo dicht mogelijk bij moeten worden geworpen …
    Weer wat geleerd. 🙂

  8. Gelkinghe schreef:

    Dat butje van de petanque is van vrij recente datum. Er is ook nog een ouder butje in de vorm van een mandje waarin een zeeman zijn stoplapjes en naaigerei opborg.

  9. it-is-aai schreef:

    Ik neem aan dat Franssens niet op de Bekenkampschool heeft gezeten (De eigenlijke butjesschool) maar op de Sint Michaelsschool, die wel in de Butjesstraat stond (en staat?!?) en een katholieke lagere school was/is. 25 jaar geleden (oei, dat voelt oud) noemden we leerlingen van de Sint Michaelschool in elk geval ook butjes.

  10. Kiki schreef:

    Wat gaaf om eindelijk te weten wat de betekenis van mijn straatnaam is. Maar er wordt dus verteld over het hoekpand (aan de O. Ebbingestraat) dat de familie Butken bewoonde… Maar welk hoekpand is dat dan? Het pand dat aan de rechterkant staat, of aan de linkerkant (als je in de O. Ebbingestraat, met je gezicht naar de Butjesstraat staat)?

  11. Gelkinghe schreef:

    @Kiki,
    Ik heb het boek van Folkert Bakker even niet bij de hand, maar ben geneigd om te zeggen dat het ’t rechterpand is. Ik kom hier nog op terug, zodra ik het boek teruggevonden heb.

  12. H. Timmerman schreef:

    In mijn Groningse familie werd ‘butje’ gebezigd als scheldnaam voor ‘ordinair persoon, Tokkie’. Misschien begrepen wij kinderen het verkeerd en raakte de andere betekenis zo bij ons ingeburgerd dat ik nu pas begrijp dat ‘butje’ eigenlijk een scheldwoord voor een dom persoon is?

  13. Gelkinghe schreef:

    @H. Timmerman,
    Het zou ook door elkaar kunnen hebben gelopen.

  14. Eric Snelleman schreef:

    De achtergrond van het scheldwoord ‘butje’ in relatie met een school voor moeilijk lerende kinderen in de Butjesstraat was me bekend. Tot mijn verbazing kwam ik de term ‘Butje’ (Buttje) ook tegen in Hannover en omstreken. Ook met dezelfde betekenis. Daar echter is het ontstaan als verwijzing naar iemand van buiten de stad – ‘von buten’ dus. Ik vraag me dus af of het Groninger woord ‘butje’ misschien een zelfde oorsprong heeft en al veel ouder is dan de school aan de Butjesstraat.


Geef een reactie op catthy Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.