Een heetgebakerd heerschap op de kansel van Lutjegast

Dat onze tijd zeker niet het alleenrecht heeft op politieke heftigheid, blijkt wel uit dominee Bruins van Lutjegast. Hij zat in 1788 al veilig in het buitenland, toen hij bij verstek tot eeuwigdurende verbanning werd veroordeeld, omdat hij zich schuldig had gemaakt

“aan verregaande lastering van den Hoogen Persoon van Zijne Doorluchtige Hoogheid den Heere Erf-Stadhouder der Vereenigde Nederlanden, alsook van diegenen welke den Prins aankleeven.”

In mei 1787 had Bruins namelijk “ten aanhooren van veele Ingezetenen” de prins een “schelm, hoerenjaager en wynzuiper” genoemd. Diens aanhangers waren volgens Bruins van hetzelfde laken een pak.

Ook stookte Bruins in september 1787 de mensen op om om tegen de Pruissische troepen te gaan vechten bij Utrecht, want als die de prins en de prinsgezinden weer aan de macht hielpen, zou een boer niets overhouden dan zijn kiel. De prins was immers “een moordbeul, erger dan Alva, een duivel uit de hel”.

Zelfs op de kansel deed Bruins dergelijke politieke uitlatingen. Prins Willem V en zijn aanhang noemde hij daar een “hels gespuis” en “vloekgespan”, dat het beste maar kon worden uitgeroeid.

Met zijn ambtgenoot Bacot van Eenrum behoorde Bruins tot de top 3 van patriotten in de Ommelanden.

Het vonnis.


One Comment on “Een heetgebakerd heerschap op de kansel van Lutjegast”

  1. > de prins een “schelm, hoerenjaager en wynzuiper” genoemd.

    Lijkt me toch gewoon feitelijk.


Mijn gedachten hierbij zijn:

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.