Rondje Roderwolde – Slaperstil

Uiteind parallelweg bij de A7:

Boerderij bij Roderwolde:

Waalborg:

Molen, paard – Roderwolde:

Zilverreiger inde Onlanden:

Zuidwendingermolen bij De Poffert:

Frappant veel sneeuwklokjes op sommige erven en slootwallen:

Zilverreiger bij Den Horn:


Tussen Eiteweert en Slaperstil

Peizerdiep bij Eiteweert:

De Matsloot:

Bij de vloeivelden van de suikerfabriek aan de Roderwolderdijk, Hoogkerk:

Leegkerk:

Jacobskruis- en havikskruid op de oude begraafplaats van Hoogkerk:

Molenstreekje bij de Jonge Held (of: all resistance is futile):

Paarden bij de Aduarderdiepsterweg in het blauwe uur:

Gezicht naar het noorden vanaf de Kindverlatenbrug:

(Foto’s van zondagmiddag en -avond.)


Avondrondje Den Horn – Slaperstil

Geit bij de Aduarderdiepsterweg lijkt qua kop op kruising tussen Hollandse huis-, tuin- en keukengeit en Nubische geit:

De aalscholver op zijn plekje bij de Tichelwerkbrug:

Grazende koe op dijkje van het slibdepot:

De weem van Leegkerk:

Nieuwbrug:

De trein naar Leeuwarden:

Dorpsgezicht Den Horn:

De wisselwachterswoning die had moeten verdwijnen:


Een naaktloper bij Slaperstil

“Reeds maandenlang werd de Friesche straatweg van de Dorkwerderschoo! af naar Slaperstil voor dames onveilig gemaakt door een exentriek jongmensch, die met slechte bedoelingen vrouwen en meisjes lastig viel. Lang was er op geloerd hem op heeterdaad te betrappen, reeds werd een verkeerde aangehouden. Bij onderzoek en confrontatie met een vrouw, die door den naaktlooper was lastig gevallen en achtervolgd, bleek men een onschuldige te hebben vastgehouden.

Maandagavond 10 uur kreeg men echter den rechten schuldige in handen. De veldwachter J. v. d. Werf werd gehaald en deze ging met den verdachte W.S., een 19-jarlge schildersgezel uit Groningen, naar de vrouw van R. v. d. Vaart te Kostverloren, die hem herkende als haar belager. De jonge man legde een volledige bekentenis af en werd gevankelijk naar Groningen getransporteerd. Vijftien keer had hij de exentrieke handelingen uitgehaald. De rust onder de bewoners van Slaperstil is weergekeerd.”

Bron: de Telegraaf van 12.11.1908.

Commentaar:
In eerste instantie dacht ik dat een student de bosgod Pan uithing, daar bij Slaperstil, wat vooral ook kwam door het gebruik van het woordje exentriek, al in de eerste regel. Maar het vooroordeel zette weer eens op een verkeerd been. Het bleek een schildersgezel, waarbij je je dan afvraagt hoe je dat schilder moet duiden.

Hij moet het best koud hebben gehad in zijn blote tokus, op die vlakte in november.

De laatste regel van het bericht is mijns insziens onbetaalbaar, omdat de wederkerende toestand  buitengewoon voldoet aan de verwachting, gewekt door de plaatsnaam.


Ommetje Onlanden – Leegkerk – Slaperstil

(Gister.)

De zilverreiger was er ook weer:

2013-03-03 031

Aduarderdiepsterweg, het krimpje van een vervallen boerderij:

2013-03-03 049

Kerkhof Leegkerk:

2013-03-03 075

De kerk zat op slot. Vandaag vernomen dat de sleutel weg is:

2013-03-03 094

Kleiwerd:

2013-03-03 102

De andere kant van de Friesestraatweg, in de richting van de Zijlvesterweg of Noodweg:

2013-03-03 110

De achterkant van stalhouderij Kuipers bij het Söllepad:

2013-03-03 120

Een aanwinst voor de collectie ouwe schuren:

2013-03-03 128


Rondje Ezinge

De Koperen Jan, een soort boerderijwarenhuis halverwege Hoogkerk en Slaperstil, met replica van ’t Peerd van Ome Loeks:

Kleiwerd, waar linksachter onlangs een hele rij populieren de boomkronen is kwijtgeraakt:

Lammerencrèche bij boerderij op Dorkwerd:

Hardnekkig boerenvlagvertoon bij burgerhuis te Oostum:

Op de wierde van Oostum:

Aan de andere kant van die wierde:

Garnwerd, onder de molen:

De Hans-Nico, een tanker uit Zwartsluis, nadert de Dorkwerderbrug:


Warffum v.v.

Gistermiddag op visite in Warffum. Die wind was nog best fris. Op de heenweg via Winsum en Baflo gegaan:

Kleiwerd bij Slaperstil:

De Reitdiepdijk tussen Dorkwerdersluis en Wierumerschouw:

Oostum 1:

Oostum 2:

Obergum:

Op de terugweg langs Onderdendam, met een zijsprong naar De Vennen, richting Tinallinge:

Koningslaagte bij Noorderhogebrug – helaas geen grutto te zien:


Windmeerit vanaf Usquert

Oude reclame voor het sigarenmerk Johan van Oldenbarnevelt in Usquert:

De staatsman is niet helemaal ongeschonden gebleven:

Snijraam met duifjes tegenover de kerk:

Den Andel, molen en omgeving:

Wilde in Saaxumhuizen graag de kerk in. Kon niet, hoewel de kerk een van de vijftig is, die volgens eigenaar Oude Groninger Kerken permanent geopend zou zijn:

Aan de rand van Eenrum:

De kerk daar was wel open, gelukkig. Romaans doopvont:

Lavabo:

Engel in het koorhek:

Op het koor – grafzerk met pelikaan en haar jongen als familiewapen (Wiersema):

Op de kansel – de vlucht naar Egypte:

De opgeknapte luchtwachttoren bij Warfhuizen:

Warfhuizen in een tuin – als de soep te heet is moet je poesten:

De oprijlaan van de Piloersemaborg bij Den Ham:

Grazend paard bij de Steentil. Op de achtergrond de Dorkwerderbrug:

Acht jonge zwanen bij de Slaperstil, Leegkerk:


Rondje Garnwerd – Ezinge

Kleiwerd, tussen Slaperstil en Dorkwerd:

Moest uiteraard even langs de Burgemeester Brouwersstraat in Garnwerd:

Nog steeds staat daar een pastorie, zij het dat deze gezien de architectuur dateert uit de jaren 1860-1870:

Even de kerk ingelopen, waar ik een hele tijd niet geweest ben – barok avondmaalstafeltje:

Herenbank met fantasiewapen:

De jonkersfamilie Lewe van Aduard had het hier voor het zeggen:

Langs het Waarhuis in Aduarderzijl. Volgens grote gele borden zou de boel er over 150 meter openliggen – niets van gemerkt. Mijn achterneef in Ezinge vertelde dat die borden er al een half jaar staan zonder dat er iets gebeurt. Een gevolg van de gemeentelijke herindeling?:

De ‘hut’ (bijschuur) bij de voormalige boerderij van mijn achterneef in Feerwerd is ingestort, zo lijkt het. Dat gebintenstel kwam ca. 1950 van de diaconie van Mensingeweer (of was het nou Baflo?) en zou best eens vrij oud kunnen zijn:


“Niet zonder gevaar, bij storm en duister nagten” – de overzet bij het Washuis en het voetpad dat er heenliep

Ruwe situatieschets door Theodorus Beckeringh, ca. 1760. Door het midden loopt het Aduarderdiep. Het Washuis en zijn overzet heb ik rood omcirkeld en de belangrijkste toponiemen rood onderstreept. Collectie Groninger Archieven 2849-11 (uitsnede).

Voor 1843 bestonden de Friesestraatweg en de Nieuwklap nog niet en lag er dus ook nog geen brug over het lange stuk Aduarderdiep tussen de Nieuwbrug (bij Leegkerk) en de Steentil (ten noordoosten van Aduard). Bovendien waren de wagenwegen die over de Nieuwbrug en de Steentil liepen, beide een flink eind om en extra tijdrovend voor mensen die zich geen (huur)rijtuig kon veroorloven. Ook bestond het Van Starkenborghkanaal nog niet – wilde je met een schip, dan was de omweg tussen de Stad en Aduard via Hoendiep (langs Hoogkerk en Vierverlaten), Aduarderdiep en De Lindt nog veel langer en tijdrovender dan de route te voet langs een van beide wagenwegen. Vandaar dat er voor voetgangers met enige haast of uit de omgeving zelf nog een ‘overvaart’ of ‘overzet’ bestond, zeg maar een veerdienst, die nabij het Washuis de voetpaden op beide oevers van het Aduarderdiep met elkaar verbond.

Eind november 1804 diende de ‘overzetter’ of veerman op deze locatie een verzoekschrift in bij de drost van het Westerkwartier, waaruit blijkt dat bepaalde passagiers die hij ook sociaal duidt, nogal eens ontevreden waren èn veeleisend: voor het overzetgeld of veerloon moest er soms buitengewoon veel moeite worden gedaan:

Geeft de ondergetekende als overzetter bij het zogenaamde Waskhuis onder Leegkerk met verschuldigde eerbied te kennen, dat hij menigmaal in de onaangenaam omstandigheden zich bevind, om veel smaadreden te moeten horen, en wel bijzonder van dienstboden die zich laten overzetten en menigmaal weigeren het gewone overzettersgeld te betalen, dat is bij de herfst en nat het (sic) zon[sondergang] vier en bij de zomer twe duiten, waarlijk tog een gering loon na de moeite en kosting, daar rem[on]st[rant] in de noodzakelijkheid is, een bekwaam persoon daarop te moeten houden, die altijd bij der hand moet zijn en daarenboven het onderhoud van het schip, en ook niet zonder gevaar bij storm en duister nagten, en menigmalen gebeurd het dat de overzetter eenige uuren moet opblijven te wagten na lui, en bijzonder na dienstboden die na Aduard en elders gaan en laat uitblijven, hetwelk ook geen kleine last is, om welk en meer andere redenen rem[on]st[rant] zich tot U Ed[ele] wend met submis verzoek om een gerechtelijke acte te verlenen waarop rem[on]st[rant] zich bij de onwilligen konde beroepen, waarin het overzettersgeld word bepaald, als in january, february, november en december benevens het gehele jaar door na zonsondergang van ieder persoon 4 duiten, en de overige tijd van het jaar 2 duiten.

Q.F. / get[ekend] /
Kornelis Jacobs

Kortom: het beledigen van mensen, werkzaam in het openbaar vervoer, was destijds ook al aan de orde. Volgens de eigenaar van het veer – die voor de bediening ervan naar eigen zeggen speciaal een knecht in loondienst had, maar die toch ook zelf nog wel eens gevaren zal hebben – maakten vooral dienstboden zich hier schuldig aan. Dat zal ook een belangrijke categorie passagiers geweest zijn. Sommigen weigerden de 2 of 4 duiten veerloon (resp. bij zomerdag en daglicht en bij winterdag en duister), maar dergelijke bedragjes waren voor zulke klanten waarschijnlijk ook redelijk veel geld. In elk geval vroeg Kornelis Jacobs van de drost een soort verklaring, waarin deze namens de overheid genoemde veertarieven voor rechtmatig zou erkennen. Opmerkelijk is nog dat Cornelis deze tarieven “gering” achtte, terwijl hij toch niet om hun verhoging vroeg. Dat zat er blijkbaar niet in. Helaas is niet bekend of de drost Cornelis’ verzoek ook inwilligde, want de klacht werd naderhand behandeld in een commissie of hoorzitting, waarvan het verslag, naar het zich laat aanzien, niet bewaard bleef.

Dit laatste geldt ook voor een verzoek van eind 1803, waarbij tien boeren uit de omgeving aandacht vroegen voor de povere onderhoudstoestand van het voetpad dat vanaf het oosten naar de overzet bij het Washuis liep. Ze brachten ter kennis van de drost:

Hoe dat sedert lange en thans tegenswoordig het voetpad, vonders en ommetreden van het zogenaamde Zomerpad, behorende onder Leegkerk en Dorquert, lopende van het Oude Waschhuis tot de Slaperstil en soo vervolgens tot aan de Reidijk, in een slegte toestand is, en bijna geheel onbruikbaar is gevonden, de vonders slegt en geheel sonder rikken, de ommetreden sommigen geheel vervallen, een pad dat meer als vijftig jaeren tot een publicq voetpad is gebruikt, en thans nog door de passagiers van onderscheiden caspelen hetselve, en veelen twee maal ’s weekelijks gebruiken moeten, en het welke bijna niet als met gevaar van ongeluk te houden, veroorzaakt door boven gemelde verwaarloozing…

Om die redenen vroegen deze boeren de drost in diens rol van opperschouwer van het Westerkwartier dit voetpad en zijn bijbehoren te inspecteren en een en ander

in een goede order te laten brengen en te doen herstellen tot geryf van passagiers en ingezetenen welke dat voetpad onvermijdelijk moeten gebruiken.

Aardig is, dat het rekest de ouderdom van het pad noemt – de boeren stellen immers dat het al ruim een halve eeuw publiek pad was. Waarschijnlijk ging hun herinnering niet verder terug en was het als zodanig nog veel ouder – de overzet bij het Washuis bestond in elk geval al in de jaren 1720. Dat veel mensen uit de verschillende dorpsgebieden het voetpad twee maal per week gebruikten, zal ermee samenhangen dat deze het op dinsdagen en vrijdagen als route naar en vanaf de markt in de Stad gebruikten. Maar het volgen van deze route was zo langzamerhand een hachelijke onderneming geworden, getuige de staat van de vonders (plankbruggetjes) en ommetreden (platformpjes naast damhekken waardoor je daar gemakkelijk langs kon glippen). De vonders hadden zelfs helemaal geen “rikken” (leuningen) meer, terwijl sommige ommetreden totaal vervallen waren.

Volgens het rekest liep het pad van het (Oude) Washuis naar de Slaperstil en daarna tot aan de Reitdiepsdijk (en de Hoogeweg). Met dat laatste stuk zal de tegenwoordige Zijlvesterweg tussen Slaperstil en Dorkwerd bedoeld zijn. Het eerste stuk liep over een wal langs een tochtsloot die overtollig water van Hoog- en Leegkerk loosde op het Aduarderdiep. In het onderstaande kaartje is het tracé van dit pad met beide vervolgen weergegeven:

De overzet van het Washuis en de voetpaden die er vanuit het oosten en westen heen liepen. Bron: http://www.hisgis.nl .

Bronnen:

  • RHC Groninger Archieven, Toegang 735 (rechterlijke archieven Westerkwartier) inv.nr. 724: rekesten van 28 november 1804 en 14 december 1803.
  • Over de middeleeuwse oorsprong van het Washuis, waarschijnlijk een uithof van het klooster Aduard: Jan van den Broek, Een Stad apart, pag. 261.

De huisplaats van het Washuis, gezien vanaf de Nieuwklap.

De huisplaats van het Washuis, gezien vanaf de overkant van het Aduarderdiep.


Hoe de gemeente Groningen een middeleeuws maar naar de knoppen hielp

Hoorde gisteravond bij mijn lezing over veld-, water-, weg- en huisnamen van Hoog- en Leegkerk, dat de naam Moar na de oorlog nog steeds bekend was in Hoogkerk. De lokale jeugd schaatste ’s winters op dit kanaaltje, want er lag altijd mooi ijs.

Dat Moar is de Groningse naam voor het Oude Maar of de Brundekemaar, dat vanaf de bocht in het Hoendier nabij kartonfabriek De Halm eerst met wat verspringingen en vervolgens in een lange rechte lijn naar het noorden liep, vervolgens bij boerderij De Balk aan de Friesestraatweg naar het westen zwenkte, en voorbij Slaperstil, watermolen de Jonge Held en de beide Washuizen op het Aduarderdiep uitkwam. Ziehier het tracé volgens het kadaster van 1830 in de Hisgis-versie:

Wat die scheuvelende jeugd niet besefte, was dit dat Oude Maar bijna zeven eeuwen oud was, want het werd aangelegd op het eind van de dertiende eeuw. Het nam de functie over van het Eelderdiep, toen dat ten zuiden van Hoogkerk, bij het huidige transferium Hoogkerk, omgelegd werd naar het Peizerdiep. Het Maar maakte kleine scheepvaart met bijvoorbeeld hooipramen mogelijk, maar diende toch vooral voor de afvoer van overtollig water uit het oostelijk deel van Lieuwerderwolde, zoals Hoogkerk in de Middeleeuwen nog heette. Naderhand kwamen er vanaf het oosten de Hoensloot (de voorganger van het Hoendiep), de Woldsloot (parallel aan de Legeweg) en het Vinkemaar (vanaf het Vinkeland bij Vinkhuizen) op uit.

Dat Oude Maar bestaat voor twee gedeelten nog steeds, delen die we dus mogen beschouwen als middeleeuws waterstaatkundig erfgoed. Alleen heeft de gemeente Groningen zo’n vijftien, twintig jaar geleden de nieuwbouwwijk Gravenburg over een centraal gelegen stuk laten aanleggen.

Er staan dus nu huizen en bijbehorende opstallen op grond, gestort in een diep van ruim zeven eeuwen oud. Ik weet niet hoe die huizen gefundeerd zijn, maar geheid dat die grond nog verder gaat werken en inklinken en dat de eigenaren van dat vastgoed, als dat funderen niet op een vaste laag in de ondergrond is gebeurd, gaan klagen over scheuren in hun panden. Mogelijk zullen ze bij de NAM gaan aankloppen voor aardbevingsschade. Maar feitelijk zijn ze dan aan het verkeerde adres, want het was de gemeente Groningen die hier – ook afgezien van dat funderingsaspect – een kolossale stommiteit heeft uitgehaald.

Wat foto’s van het Oude Maar, zoals het er gisterochtend bij lag:

Het Oude Maar gezien vanaf de Hoogkerker rondweg naar het noorden.

Het Oude Maar gezien vanaf De Groenhof naar het zuiden. Midden-rechts aan de horizon de schoorsteenpijp van De Halm.

Het Oude Maar vanaf de Legeweg naar het zuiden. Rechtsachter de nieuwbouw aan De Groenhof.

Het doodlopende eindje Oude Maar gezien vanaf de Legeweg naar het noorden. Zonder enige terughoudendheid is er nieuwbouw op het middeleeuwse tracé gezet.

Het Oude Maar gezien vanaf de noordzijde van Gravenburg naar het noorden. In de verte boerderij De Balk.


Rondje Ezinge

Klaprozen in de hoek van de Roderwolderdijk bij het hoofdkwartier van Landschapsbeheer:

Jongens spelend op/aan de Tichelwerkbrug:

Zijlvesterweg, Leegkerk:

Ergens rijm ik dit niet, of: branchevervaging bij Slaperstil:

Kleiwerd:

Ergens rijm ik iets niet, deel 2 – bij de nieuwe Dorkwerderbrug:

Dode veldmuis op het fietspad tussen het Aduarderdiep achter Oostum en de Feerwerdermeeden – er zat een klein bruin vogeltje op in te pikken, dat prompt wegvloog toen ik stilstond. Het oor van de muis is al weg:

Licht en donker:

Bij mijn achterneef werd het gazon gestrimd:

Het tuinhek van Allersma, Ezinge:

Vier pinken op de dijk tussen Ezinge en Aduarderzijl:

Bij Wierumerschouw:

Het gerestaureerde boerderijtje van ’t Groninger Landschap op de Hoge Paddepoel:

Uitgelichte buizerd bij het Van Starkenborghkanaal:

Moestuin bij de Grouwelderij:

Dramatische lucht boven de stad, gezien vanaf het Hoendiep in Hoogkerk:


Ommetje Ezinge

Op de buienradar in de satellietmodus viel een grote wolk te zien boven Groningen. Maar in het westen kwam de zon erdoor, zag ik. Dus daar  maar heen. Alleen ging de wolk daar even snel heen en bleef het grijs, de hele rest van de middag.

Het baanwachtershuisje bij de spoorwegovergang tussen Den Horn en Aduard, dat voor de spoorverdubbeling zou moeten wijken en voor welks behoud de gemeente Zuidhorn zich nu inspant:


Hetzelfde huisje, nu van de andere kant. Het zou in elk geval niet meer bewoond mogen worden. Tja, ik zou daar zelf best willen wonen, aan dat regelmatige spoorlawaai wen je snel genoeg:

Twee tortelduiven op de tuinschutting van mijn achterneef in Ezinge, vlak na de daad, die in een mum van tijd voorbij was:

Op de terugweg – zwanenveld bij Garnwerd:

Nog een bekend huisje waarmee iets aan de hand is: de Dageraad tussen Steentil en Oostum. Het voorhuis, met het wapen van Veendam-Wildervank, staat er nog, maar achter lijkt er iets verdwenen:

Op de deur een omineus plakkaat van een Engelse firma:

Wat nu de achtermuur is, wordt gestut:

Aardbevingsschadë? Er lijkt te worden geklust, maar er staat geen bouwbord. Een tijd geleden stond het pand te koop. Iemand die weet wat er aan de hand is?

Bij het picknickplaatsje langs de Zijlvesterweg ruimde een vrouw rotzooi op. Dat deed ze op alle bermen tussen de Jumbo bij de Friesestraatweg, Slaperstil en Gravenburg, vertelde ze. Bij die Jumbo kopen scholieren uit Zuidhorn en omgeving ’s middags nogal eens snoep en blikjes fris, waarvan ze de emballage dan in de bermen mikken. De diftar in Zuidhorn zorgt bovendien voor dumping net over de grens van die gemeente, op stad-Groninger grondgebied. De vrouw en haar man hebben weilanden langs de route liggen, ze zijn bang dat de rotzooi dat land inwaait met gevolgen voor hun dieren. Daarom ruimt ze de boel preventief op:


Middagster rondje

Ook afgezien van de kiekendief was het gister een mooi rondje fietsen. Soms denk ik dat ik uitgekeken ben op de Middag, dat het gedeelte van het Westerkwartier tegen het Reitdiep aan. Maar dan doen zich toch nog dingen voor, die eerder onopgemerkt zijn gebleven.

Bij de driesprong Noodweg-Zijlvesterweg, ten noorden van Hoogkerk, ligt een onbehuisde wierde. Normaliter is die vrij moeilijk in beeld te brengen, maar nu werd er gehooid, waardoor het reliëf extra goed zichtbaar is:
2015-05-22 006
Bij de Zijlvesterweg voorbij Slaperstil – meerkoet met pullen:
2015-05-22 012
Een hekje aldaar:
2015-05-22 018
Scholekster met afgesleten snavel:
2015-05-22 019
In Oostum was rietdekker Kiers uit Oudeschip aan het werk:
2015-05-22 025
Elzenhaantje bij Aduarderzijl:
2015-05-22 051
Bloesem, Aduarderzijl:
2015-05-22 085
Dorpsgezicht Feerwerd:
2015-05-22 096
Wapenschild met adelaar op grafsteen, Feerwerd:
2015-05-22 103
Dorpsgezicht Garnwerd:
2015-05-22 122
Een wisselend bewolkt arcadia bij Hekkum:
2015-05-22 130
Siësta:
2015-05-22 132
Koeien aan de dijk:
2015-05-22 167
Op de Hoge Paddepoel zo’n dertig, veertig zwanen op een kluitje (ik dacht dat ze dit alleen bij vorst en winterdag deden):
2015-05-22 187
Beetje dichterbij:
2015-05-22 192
Even op bezoek in de Grouwelderij:
2015-05-22 205


Rondje Eiteweert, Nieuwklap en Leegkerk

Eend in de Avondsloot:
2015-03-22 003
Hangplek, viaduct Roderwolderdijk over de A7 (ook in de berm ligt het een en ander):
2015-03-22 020
Flikflooiende futen op het Aduarderdiep:
2015-03-22 030
Wilgenkatjes:
2015-03-22 039
Stapel autobanden bij Nieuwbrug:
2015-03-22 042
Boerderij Leegkerk:
2015-03-22 048
Hoekje Aduarderdiep-Zuidwending:
2015-03-22 050
Bergeend, Aduarderdiep bij de Washuisplaats:
2015-03-22 056
Stal in aanbouw bij Nieuwklap:
2015-03-22 059
Elisadahoeve met op de achtergrond watermolen De Jonge Held:
2015-03-22 064
Een verbouwinkje bij Slaperstil:
2015-03-22 066
Leegkerk, pastorie en kerk:
2015-03-22 079